John Waalring MA

NOOM werkt in een aantal projecten samen met een pool van zogenaamde netwerkversterkers: sleutelfiguren met goede contacten met zowel organisaties van migrantenouderen als met lokale instellingen voor zorg en welzijn en lokale overheden. Zij ondersteunen netwerken van en voor migrantenouderen, breiden deze -waar mogelijk- uit en geven de aanzet tot nieuwe netwerken. Maak hier kennis met  netwerkversterker John Waalring en lees over zijn motivatie en ervaringen.

De positie van migrantenouderen is een onderdeel van het migrantenbeleid in Nederland. Zowel op rijks- als gemeentelijk niveau is het beleid om de participatie van migranten in de Nederlandse samenleving te stimuleren afgeschaald. De aandacht voor migranten is het laatste decennium drastisch afgebouwd, omdat de overheid het zogeheten doelgroepenbeleid niet langer zinvol vond. De ervaring heeft inmiddels geleerd dat specifieke maatregelen wel degelijk nodig zijn, om sommige groepen in de Nederlandse samenleving te stimuleren tot actieve maatschappelijk participatie. Migrantenouderen kunnen veelal – door hun hoge leeftijd en ook al vanwege het feit dat ze in hun herkomstlanden niet hebben geleerd voor zichzelf op te komen – is het de taak van de huidige generaties te zorgen voor betere leefomstandigheden van deze groep. Ik ben daarom gemotiveerd om mij de komende periode in te zetten voor het verbeteren van de positie van deze groep binnen de Nederlandse samenleving.

De problemen waar migrantenouderen mee worden geconfronteerd zijn veelomvattend. Financiën vormen een probleem, omdat ze vaak weinig pensioen hebben opgebouwd. Dit is het gevolg van hun lage opleiding, waardoor ze vaak onaangenaam en ongeschoold werk moesten verrichten. Zij stonden daardoor op de laagste treden van de arbeidsmarkt. De eerste generaties kwamen veelal op latere leeftijd naar Nederland, waardoor ze niet in aanmerking komen voor een volledig AOW-pensioen. Afgezien van de financiële problemen hebben vele oudere migranten gezondheidsproblemen en kampen ze met heimwee en eenzaamheid.  Ik voel betrokken bij beide thema’s, maar voor het veranderen van de situatie is politieke wil nodig omdat de politiek het primaat heeft van maatschappelijke veranderingen. Maar als het om het migrantenvraagstuk gaat moet ik helaas vaststellen dat er bij de meeste politici sprake is van ontkenning en bagatellisering van dit probleem.

NOOM kan er voor zorgen dat het probleem van de ouderen op de agenda wordt geplaatst, maar zou daarvoor moeten samenwerken met andere sterke partijen. Ik denk onder meer aan vakbonden, levensbeschouwelijke organisatie, specifieke belangenorganisatie e.d.

Ik heb een lange ambtelijke en politieke loopbaan binnen de Nederlandse samenleving en ben ook werkzaam geweest op het terrein van het migrantenbeleid in Den Haag. Die ervaringen hebben mij het inzicht gegeven dat voor het verbeteren van de situatie meer nodig is dan geld alleen. Er moet politieke wil aanwezig zijn. Er moet beïnvloeding plaatsvinden, zowel landelijk als op plaatselijk niveau. De inrichting van onze samenleving is nu eenmaal een aangelegenheid van de politiek, dus moet de zaak bij de kern worden aangepakt. Er moet beleidsombuiging plaatsvinden en specifiek beleid moet weer uit de kast worden gehaald voor maatregelen gericht op migrantenbevolkingsgroepen. Ik wil mij inzetten voor die beïnvloeding, door het geven van voorlichting aan mensen die ons in het openbaar bestuur vertegenwoordigen, want oudere migranten voelen zich over het algemeen hier niet thuis. Een groot deel zou graag terug willen naar hun land van oorsprong, maar blijven hier vanwege de financiële inkomsten en voor de goede gezondheidszorg.

Het laatste aspect dat ik nog aan de orde wil stellen is de factor tijd. Politici en andere beleidsmakers willen in de meeste gevallen op korte termijn resultaten zien, in een periode van drie tot vier jaar. En dat kan in vele gevallen niet, omdat menselijke veranderingen tijd nodig hebben.

Contact
E-mail: [email protected]