Nederland telt steeds meer ouderen. Ook het aandeel ouderen met een migratie-achtergrond neemt toe. Tot nu toe is relatief weinig bekend over deze migranten-ouderen. Dit komt onder andere omdat vaak slechts een beperkt aantal groepen (overwegend Turken, Marokkanen, Surinamers en Antillianen) wordt onderzocht én omdat studies vaak maar naar één domein kijken. In het artikel Migrantenouderen in Nederland, een beschrijvende analyse van de leefsituatie van ouderen uit de 20 grootste herkomstgroepen van het CBS wordt de leefsituatie van de 20 grootste groepen migrantenouderen in Nederland beschreven op de terreinen demografie, huishoudenssituatie en nabijheid van kinderen, sociaaleconomische positie en gezondheid. De maatschappelijke positie van migrantenouderen verschilt van die van ouderen met een Nederlandse herkomst, en ook tussen de groepen migrantenouderen bestaan verschillen. In het artikel zijn ook migrantenouderen onderzocht die in eerder onderzoek niet of nauwelijks aan bod zijn gekomen. Zo zijn ouderen uit Indonesië in deze onderzoeken vaak niet meegenomen. Ouderen met een Indonesische achtergrond zijn echter een omvangrijke groep in Nederland. Zij zijn relatief lang in Nederland en, deels hiermee samenhangend, relatief oud. De analyses in dit artikel laten zien dat deze groep op meerdere punten een relatief gunstige maatschappelijke positie inneemt. Ook andere groepen migrantenouderen doen het relatief goed indien naar huishoudenssituatie, sociaaleconomische positie en gezondheid gekeken wordt. Dit geldt bijvoorbeeld voor ouderen uit de buurlanden (België, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk) en uit andere EU-lidstaten (Italië en Spanje).
Er zijn echter ook ouderen die extra kwetsbaar zijn. Dit lijkt vooral het geval te zijn voor ouderen die hier als vluchteling heen zijn gekomen, zoals ouderen uit Afghanistan, Irak, Iran en Syrië. Ouderen uit vluchtelingenlanden hebben op diverse terreinen een ongunstige maatschappelijke positie. Vooral wat betreft sociaaleconomische positie zijn deze ouderen kwetsbaar. Ze zijn vaker afhankelijk van een (bijstands)uitkering, hebben een relatief laag huishoudensinkomen en ongeveer een kwart heeft een huishoudensinkomen onder het sociaal minimum. Deze groep ouderen is vaak uit beeld gebleven. Op basis van de analyses in dit artikel lijkt extra aandacht voor deze groep echter wel wenselijk.
In de nabije toekomst zal Nederland grijzer en diverser worden (De Beer et al., 2020). Monitoring van (migranten)ouderen in de volle breedte, dus voor verschillende groepen én voor verschillende domeinen, lijkt wenselijk om de kans op een goede oude dag voor alle ouderen in Nederland te kunnen bevorderen.
Lees het artikel op de website van het CBS