Terug- en vooruitblik op 15 jaar NOOM

Wat heeft het NOOM bereikt in de afgelopen 15 jaar en wat moet er nog aangepakt worden worden? Dat was het onderwerp van het tafelgesprek dat werd gevoerd als onderdeel van het jubileumprogramma van het NOOM op 18 juni 2022. Aan tafel zaten John Kerstens (voorzitter Koepel Gepensioneerden, mede namens de Seniorencoalitie) Anne-Mei The (hoogleraar langdurige zorg en sociale benadering dementie UvA), en Lucía Lameiro Garcia (coördinator NOOM). Marilyn Haimé (Comité van Aanbeveling NOOM / Raad van Ouderen) vertelde in een vooraf opgenomen interview waarom het NOOM is opgericht en wat de belangrijkste uitdagingen voor het NOOM de komende periode zullen zijn. Ze wees er op dat er bij het aanpakken van de problemen voor migrantenouderen aandacht moet zijn voor de diversiteit binnen de groep ouderen en met het individu: je moet rekening houden met wat iemand kan, maar ook met wat iemand niet kan. Bij het benadrukken van de eigen verantwoordelijkheid wordt vaak vergeten dat sommige mensen een steuntje in de rug nodig hebben. Dat steuntje kan worden gegeven door het NOOM, door sleutelfiguren in de gemeente, door mantelzorgers en vrijwilligers. Maar zij kunnen dat niet alleen; ze hebben ondersteuning nodig. “Laat het ouder worden niet verworden tot een ‘survival of the fittest’. Laten we ook oog houden voor de kwetsbaren in de groep ouderen”.
John Kerstens vertelde dat hij als lid van de tweede Kamer samen met Corinne Ellemeet moties heeft ingediend die hebben geleid tot NOOM projecten als de Leidraad Cultuurspecifieke Zorg, en de Kracht van Diversiteit, gericht op het versterken van lokale netwerken; momenteel is hij met de seniorencoalitie vooral bezig met de koopkracht van ouderen, onder meer door te pleiten voor een verhoging van de AOW en het verbeteren van de toekomstige Pensioenwet.
Hij wees op de unieke positie die het NOOM als belangenbehartiger van migrantenouderen inneemt,  ook binnen de seniorenorganisaties. Daar ligt zijn kracht en die positie moet ook in de toekomst benut worden.
Anne-Mei The wees op een groeiend probleem: migrantenouderen hebben een 3tot 4 maal grotere kans op het krijgen van dementie; er is nog veel onbekendheid bij de ouderen zelf hoe hiermee om te gaan, en ook bij hun naasten én bij zorgverleners. Ze vroeg zich af welke rol de sociale benadering van dementie kan spelen om hierin verbetering te brengen. De beeldvorming over ouderen met dementie doet bijna meer pijn dan de dementie zelf. Als het gaat om dementie en oudere migranten worden lijken er twee probleemfactoren te zijn. De dementie zelf, maar een minstens zo groot probleem is de manier waarop de samenleving aankijkt tegen dementie en tegen mensen met een migratieachtergrond en hoe het daarmee omgaat.
Lucia Lameiro had een dringende boodschap voor het kabinet, politici en beleidmakers: de urgentie van beleid, gericht op zorg en welzijn van migrantenouderen, is al hoog en wordt in de komende jaren alleen maar hoger: niet iedereen is zich bewust van de verdubbeling (2030) / verdrievoudiging (2050) van het aantal 55+ers met migratieachtergrond en dat zij op meerdere terreinen in een achterstandspositie verkeren. Dat vraagt om een ‘Deltaplan’
a) zet daarom in op het verkleinen van achterstanden, o.a. door meer en betere preventie en door hen beter voor te bereiden op ouder worden
b) verbeter de koopkracht van ouderen door bij de wet- en regelgeving met betrekking tot AOW en pensioen rekening te houden met hun specifieke omstandigheden
c) wees je bewust van de noodzaak tot ondersteunen en scholen van vrijwilligers en mantelzorgers (naast scholing van professionals), o.a. vanwege:
1) tekort aan beschikbaarheid van professionals in de zorg en onvoldoende cultuursensitiviteit
2) door blijvende behoefte aan informatie en ondersteuning in eigen taal om nieuwkomers en kwetsbare groepen te bereiken en te bedienen.
Ze wees op het onlangs uitgebrachte rapport van de ombudsman over de oorzaken en gevolgen van het ondergebruik van  inkomensvoorzieningen door ouderen, in het bijzonder migrantenouderen, en het proefschrift van Hanna Carlsson over cultuurspecifieke zorg