Vader verdiende de kost als kleermaker, zijn moeder stond op de markt. In Suriname volgde hij de lagere school en haalde zijn ulodiploma. “Daarna ben ik gaan werken,” vertelt hij. “Ik was toen nog jong. Ik heb van alles gedaan, winkelbediende, en toen heb ik mijn groot rijbewijs gehaald en ben vrachtwagenchauffeur geworden.”
De heer en mevrouw Santoe hebben drie kinderen en vier kleinkinderen. Twee van de kinderen wonen in Rotterdam, de derde is vorig jaar verhuisd naar Sint-Maarten.
Elf mensen in een driekamerwoning
In 1970 kwam Iwan Santoe met zijn vrouw en drie kinderen naar Nederland. “Mijn oudere zus en oudere broer woonden hier al. In die tijd, in 1969-1970, waren er problemen in Suriname. De onderwijzers staakten er bijna twee maanden. Toen zei mijn zus: ‘Voor de kinderen zou het beter zijn als je naar Nederland kwam’.”
Het gezin trok naar Nederland en ging inwonen bij de zus van Iwan Santoe, in de Rubroekstraat in Rotterdam. “Zij waren met hun zessen en wij met ons vijven. We woonden met elf mensen in een driekamerwoning. Na een paar maanden is zij met haar gezin verhuisd en wij zijn nog een jaar in dat huis blijven wonen. Daarna hebben we in Rotterdam-zuid gewoond en nu wonen we al vijftien jaar hier in Prinsenland.”
Nederlands paspoort
In Rotterdam vond Iwan Santoe al snel een baan. “De eerste maand al. Ik heb 35 jaar gewerkt in het magazijn van Radio Holland, een telecommunicatiebedrijf voor de scheepvaart.” Ook zijn vrouw heeft een werkzaam leven van 35 jaar achter de rug. “Eerst werkte ze bij een groot handelsbedrijf en daarna was ze voedingsassistente in een ziekenhuis.”
Drie jaar geleden, op zijn 62e, is hij via een VUT-regeling gestopt met werken. Zijn vrouw kon stoppen met werken toen ze 59 jaar was.
Het echtpaar Santoe leeft van een pensioen en AOW. Wel worden ze 22 procent gekort op hun AOW-uitkering. “Dat vind ik wel erg sneu. Mijn voorouders komen uit India, maar hadden sinds 1880 een Nederlands paspoort. Toen ik naar Nederland kwam, hoefde ik mijn paspoort niet eens te wijzigen. Ik vind het wel heel jammer dat ik toch niet als volwaardige Nederlander wordt gezien.”
Heel hard gewerkt
Alle broers en zussen van Iwan Santoe wonen in Nederland. “Op een na, hij woont nog steeds in Suriname. Hij is een paar keer hier geweest, maar hij kon niet wennen. Hij zegt: ‘Nee, het is niets voor mij’. Mijn ouders zijn in 1975 naar Nederland gekomen en hebben tot het eind van hun leven in Rotterdam gewoond. Al mijn broers en zussen hebben hier heel hard gewerkt, tot hun pensioen. Mijn jongere broer werkt nog. Ik zie deze familie als een familie die heel hard heeft gewerkt.”
Zijn broers en zussen ziet hij regelmatig. “We gaan naar iedere verjaardag, en er zijn veel verjaardagen. Vroeger hadden we op mijn verjaardag wel vijftig mensen over de vloer. Nu ontvluchten we het een beetje. Binnenkort word ik 65 jaar. Iedereen verwacht een groot feest, maar ik ga met mijn vrouw naar Dubai.”
Moeilijk om weg te gaan
Iwan Santoe is een paar keer teruggeweest naar Suriname. Hij heeft er wel eens over gedacht om terug te gaan naar Suriname. “In 1995 had ik een optie genomen op een perceel. Maar na een paar jaar heb ik het afgezegd. Toen er weer problemen in Suriname waren, dacht ik: laat het maar schieten. Oud worden in Suriname is moeilijk voor ons. We hebben hier drie kinderen en vier kleinkinderen.” Een van zijn broers heeft vorig jaar een huis gekocht in Suriname en wil nu in de winter zes maanden in Suriname wonen en de andere helft van het jaar in Nederland. “Mijn andere broers en zussen denken er ook over. Maar het blijft moeilijk om weg te gaan.”
In 1988 maakte hij met zijn vrouw een rondreis door India. “Mijn voorouders komen uit de streek Bihar, maar daar zijn we niet geweest. Ik vind het leuk om rond te reizen, dan zie je veel. Dat deden we vroeger ook met de kinderen. We hadden een caravan en zijn in veel Europese landen geweest.”
Arabische les
Sinds 1975 is Iwan Santoe lid van de AAIIR, de Ahmadiyya Anjuman Isha’at Islam Rotterdam. “Ik ben momenteel penningmeester van de vereniging. En ik doe er sociaal werk, als vrijwilliger. Als mensen vragen hebben, dan helpen wij ze verder.”
Vooral uit Suriname afkomstige moslims zijn lid van deze vereniging die ongeveer tweehonderd leden heeft. “Het is een sociaal-culturele vereniging. Er wordt samen gebeden, er wordt Arabische les gegeven en les in Urdu, de taal die in Pakistan wordt gesproken. De vereniging heeft ongeveer tweehonderd leden.”
Ook in steden als Den Haag, Utrecht en Amsterdam zijn dergelijke verenigingen.
We zijn daar thuis
Twee keer per week gaan Iwan Santoe en zijn vrouw naar de inloopmiddagen voor Hindoestaanse en andere Surinaamse ouderen van zorgcentrum De Vijf Havens, een initiatief van zorgaanbieder De Stromen en Spirit, een Rotterdamse stichting die zich richt op Surinaamse bevolkingscategorieën. “We zitten daar op maandag en donderdag van een uur ‘s middags tot een uur of zes. Het is voor alle Surinaamse ouderen in deelgemeente Prins Alexander. We zijn daar thuis. Je gaat daar, je praat met anderen. Het is heel gezellig en je leert andere mensen kennen. Er wordt gehandwerkt, we doen spelletjes zoals dammen en kaarten. Ik volg er ook muziekles, Indiase muziek. Zingen en spelen op het harmonium. Er worden ook busreizen georganiseerd. We zijn naar de Keukenhof geweest. We krijgen voor alles korting. Het is belangrijk voor Surinaamse ouderen dat ze uit hun huis komen. Daar gaat het om. Het project bestaat nog maar een jaar, maar het is zo’n succes dat de ruimte nu al bijna te klein is.”
Mocht zijn gezondheid het noodzakelijk maken dat hij naar een zorgcentrum moet, dan zou Iwan Santoe het liefst naar een project als Lalla Rookh gaan, het project voor Hindostaanse ouderen van zorgcentrum Maasveld in de Rotterdamse deelgemeente Feijenoord. “Ik ben er bij iemand op bezoek geweest. Het is er heel leuk. In de keuken werken alleen maar Surinamers. Dat is een pre voor ons, want wij houden van het lekkere eten. Je hebt er alles bij de hand, vlak om de hoek is een markt. Je bent er niet eenzaam. Als we onder elkaar zijn, praten we veel Sranan. Het is de gemeenschappelijke taal van alle bevolkingsgroepen in Suriname.”
Die mensen weten alles
Sinds vorig jaar heeft Iwan Santoe diabetes. Verder heeft hij rugklachten die hij te danken heeft aan zijn werk als vrachtwagenchauffeur in Suriname. “Mijn rug is versleten. In Suriname reed ik dagelijks meer dan vijfhonderd kilometer in een vrachtwagen. Dat waren geen geasfalteerde wegen. Dat was heel zwaar. En nou ga je het voelen.”
Het echtpaar heeft hulp om het huis schoon te maken. “Bij het inloopproject is dat voor ons geregeld. Daar wordt veel voorlichting gegeven. Zij hebben ons alles uitgelegd. Je hebt er recht op, maar je weet het niet. Die mensen weten alles.”
Interview: Willy Hilverda, Geschiedenislab
Fotografie: Robert de Hartogh