Oudere migranten hebben baat bij cultuurspecifieke zorg

Zorgvoorzieningen die zich specifiek richten op oudere migranten kunnen helpen om de gezondheidskloof te dichten. Dat soort voorzieningen zijn echter ‘uit de mode’ geraakt sinds de gemeenten verantwoordelijk zijn voor ouderenzorg. Dat laat onderzoeker Hanna Carlsson zien in haar onlangs verschenen proefschrift, waarvoor ze veldwerk deed in Nijmegen en Den Haag. In haar proefschrift onderzoekt Carlsson de effecten van twee recente trends in het Nederlandse zorgbeleid: lokalisering en postmulticulturalisme. Die eerste ontwikkeling, die rond 2010 begon, hield in dat de zorg steeds meer op wijkniveau werd georganiseerd. Daarnaast veranderde vanaf de eeuwwisseling het denken over de multiculturele samenleving. Speciale voorzieningen voor migrantengroepen belemmerden de integratie, was de gedachte. ‘Nu hebben gemeenten het liever over inclusiviteit’, aldus Carlsson. Zij raadt gemeenten aan om in kaart te brengen welke groepen wel en niet goed worden bereikt. Dat hangt niet alleen samen met etniciteit, taal of cultuur, maar ook met de lokale gemeenschap: ‘Voor mensen van Chinese afkomst in Nijmegen kan het moeilijk zijn om zorgvoorzieningen te vinden. Maar in Den Haag gaat het zo. Er zijn daar zoveel mensen met die achtergrond: zelfs als je geen Nederlands spreekt, zijn er genoeg mensen die je kunnen helpen.’
Ook pleit Carlsson voor een meer toekomstgerichte blik op het zorgsysteem. De gezondheidsverschillen worden nu vaak als een korte termijnprobleem gezien, dat vooral te maken heeft met de achterstanden van de huidige generatie oudere arbeidsmigranten. Maar de bevolking wordt alleen maar diverser: in 2050 bestaat 24 procent van de 65-plussers uit mensen met een migratieachtergrond, tegenover 14 procent nu. In de grote steden gaat het zelfs om 1 op de 3 in 2030. En het is wishful thinking om te denken dat de toekomstige migranten minder behoefte zullen hebben aan cultuurspecifieke zorg, zegt Carlsson. ‘We moeten accepteren dat we migrantengroepen blijven hebben die een grote afstand hebben tot de zorg. Ook zou het beleid ten aanzien van oudere migranten een positievere toon aan kunnen slaan, vindt Carlsson. ‘Dat betekent dat we erkennen dat migratie-gerelateerde diversiteit niet alleen een probleem is. Het is ook een bron van betekenis in het leven van veel ouderen. Ook voor ouderen die “goed geïntegreerd zijn” en bijvoorbeeld de Nederlandse taal goed spreken.’
Lees het volledige artikel op de site van Binnenlands bestuur