Position paper NOOM over koopkracht ouderen

De commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Tweede Kamer organiseerde op 10 maart een rondetafelgesprek ‘Koopkracht van ouderen’. De commissie wilde graag horen hoe ervaringsdeskundigen de koopkracht ervaren. Daarnaast wilde de commissie informatie opdoen hoe de koopkracht van ouderen verbeterd zou kunnen worden.
Als input voor de discussie leverde het NOOM een position paper waarin wordt ingegaan op de vaak slechte financiële positie van migrantenouderen en op de oorzaken daarvan. Ook bevat het position paper aanbevelingen voor verbetering van de financiële positie.

40% van de 65+-huishoudens met een niet-Westerse migratieachtergrond leeft langdurig en structureel onder het bestaansminimum. Onder ouderen die geen migratieachtergrond hebben is dit percentage 2,5% (SEO-rapport nr. 2017-09, gebaseerd op cijfers van het CBS). De grotere armoede onder oudere migranten is o.a. het gevolg van:

  • het vaker hebben van een onvolledige AOW, samen met geen of een heel laag aanvullend pensioen,
  • het vaker hebben van een jongere partner zonder inkomen,
  • het niet of minder vaak aanvragen van inkomensvoorzieningen, zoals huur- en/of zorgtoeslag, AIO en andere voorzieningen,
  • het vanwege de kostendelersnorm gekort worden op de Aanvullende Inkomensvoorziening Ouderen (AIO),
  • vóór intreding van de AOW-leeftijd reeds langdurig op – of zelfs onder – bijstandsniveau leven, waardoor men géén spaargeld (meer) heeft.

Om de armoede onder deze groepen te verkleinen doet het NOOM de volgende aanbevelingen:

  • compensatie van het AOW-tekort van voormalige Rijksgenoten, conform het advies van de commissie Sylvester over de tegemoetkoming voor de onvolledige AOW-opbouw van Surinaamse Nederlanders;
  • jongere partnertoeslag: recht op 70% (i.p.v. 50%) AOW voor de gepensioneerde met een jongere partner zonder inkomsten (conform de norm voor alleenstaande AOW-ers);
  • vergoeding van verplichte eigen risico’s en eigen bijdrages voor de laagste inkomensgroepen;
  • indexering van pensioenen en/of koopkrachtverlies van de afgelopen 13 jaar compenseren.

Ook wijst het NOOM op de noodzaak de toegankelijkheid van regelingen en informatie hierover te vergroten door meer voorlichting en begeleiding in – letterlijk en figuurlijk – de eigen taal, bij voorkeur met inzet van ervaringsdeskundigen en goed op- en begeleide vrijwilligers uit de migrantengemeenschappen.
Download het Position paper