Banken gaan de tarieven voor het gebruik van contant geld voorlopig niet verhogen. Dat hebben verschillende partijen – waaronder ouderenorganisaties zoals NOOM – afgesproken in het convenant contant geld. Het convenant bevat afspraken over de beschikbaarheid van geldautomaten, een acceptatieplicht van winkeliers en het niet in rekening brengen van allerlei kosten door banken. Deze afspraken zijn belangrijk voor senioren, waaronder veel migrantenouderen, die afhankelijk zijn van contant geld. Banken zijn namelijk vrij in het bepalen van hun tarieven. Nu is echter afgesproken dat de kosten voor het gebruik van contant geld tot in ieder geval juli 2023 niet omhoog gaan. Banken kunnen dus bijvoorbeeld niet besluiten dat je een euro moet betalen voor elke opname uit een geldautomaat.
Banken committeren zich met dit convenant nog eens extra aan het bevorderen van een inclusief betalingsverkeer voor iedereen. Ze voeren daartoe nu reeds, samen met belangenorganisaties zoals NOOM, het ‘Actieplan Toegankelijk Betalingsverkeer’ uit. Banken en Geldmaat consulteren verder belangenorganisaties voorafgaand aan de aanpassing van bestaande betaaldiensten en bij de ontwikkeling van nieuwe betaaldiensten, die effect hebben op consumenten die van contant geld afhankelijk zijn. Tenslotte zullen banken en Geldmaat tot uiterlijk eind juli 2023 het opnemen of storten van contant geld niet duurder maken. Ze hebben wel de vrijheid om de tarieven te verlagen, of het opnemen of storten van contant geld voor klanten goedkoper te maken. DNB zal de convenantafspraken monitoren en hierover periodiek rapporteren aan het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer. In 2023 doet de minister van Financiën, op basis van een extern onderzoek, een voorstel aan de Tweede Kamer over een eventuele aanpassing van de bekostiging en aansturing van de contant-geld-infrastructuur.