Agenda

  • Seniorencoalitie: Prijsstijgingen noodzaken tot AOW-verhoging

    Uit onderzoek van KBO-PCOB blijkt dat de explosieve prijsstijgingen zorgen voor acute koopkrachtproblemen bij ouderen, en al helemaal bij mensen zonder financiële buffer. Nu het kabinet en de coalitiepartijen in het kader van de augustusbesluitvorming aan zet zijn om nog iets van de koopkracht overeind te houden, wil de Seniorencoalitie dat de AOW met spoed wordt verhoogd.

    Bij Voorjaarsnota heeft het kabinet al besloten tot een extra verhoging van het minimumloon met 2,5% in 2023, 2,5% in 2024 en 2,32% in 2025 (cumulatief 7,5%). Deze verhoging wordt, in afwijking van een eerder plan in het coalitieakkoord, doorgekoppeld naar de AOW.
    De Seniorencoalitie, bestaande uit KBO-PCOB, ANBO, de Koepel Gepensioneerden en NOOM, wil nu dat de volledige verhoging van het minimumloon, en daarmee o.a. ook de AOW, naar voren wordt gehaald, naar 2023. Want buitengewone tijden vereisen, met urgentie, buitengewone maatregelen. Senioren hebben met spoed een financiële injectie nodig om hun boodschappen en energielasten te kunnen blijven betalen.

    IOAOW
    In de Voorjaarsnota heeft het kabinet verder aangekondigd dat de inkomensondersteuning AOW (IOAOW)[1] in de jaren 2023 tot 2025 stapsgewijs wordt afgeschaft. Op deze manier wil het kabinet de AOW-koppeling gedeeltelijk financieren. De Seniorencoalitie vindt dat de koppeling hierdoor ook deels een sigaar uit eigen doos is voor AOW’ers. Nu senioren financieel door het ijs aan het zakken zijn, gaat het niet aan de IOAOW af te schaffen. De Seniorencoalitie wil dat dit plan van tafel gaat of dat de AOW wordt opgehoogd met het bedrag dat mensen nu aan IOAOW ontvangen. In ieder geval zou de Seniorencoalitie het onbegrijpelijk vinden als het kabinet de voorgenomen eerste stap van de IOAOW-afbouw in 2023 doorzet.
    Lees meer over het koopkrachtonderzoek van KBO-PCOB
    Lees de reactie van de Seniorencoalitie op de augustusraming  van het CPB 

    Lees hier het artikel in de Telegraaf met de oproep van de Seniorencoalitie om de AOW te verhogen


  • Seniorencoalitie: Integraal zorgakkoord zet streep door plannen langer thuis wonen

    Het uitgelekte integraal zorgakkoord, waarin staat dat er gekort wordt op huisartsen en wijkverpleging, is een teleurstelling voor senioren. Volgens de Seniorencoalitie, een samenwerking tussen de ouderenbonden ANBO, KBO-PCOB, Koepel Gepensioneerden en NOOM, staat dit akkoord dan ook haaks op het eerder gepresenteerde Programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen (WOZO). Daarin schetst minister Helder een gewenst toekomstbeeld met inzet op een sterke basiszorg in de wijk, eigen regie senioren en samen vitaal ouder worden.
    “Met deze voorgenomen bezuiniging wordt er een streep gezet in de plannen voor langer thuis wonen. Dit kabinet moet snel duidelijk maken waar het voor wil staan, want de zorguitdagingen die er liggen zijn al groot genoeg”, aldus de Seniorencoalitie.
    Het uitgelekte zorgakkoord zet in op bezuinigingen voor huisartsen en wijkverpleegkundigen. En dat kan slecht uitpakken, volgens de Seniorencoalitie: “Om langer thuis te kunnen blijven wonen zullen senioren daar alle steun bij nodig hebben. Zowel signalerend als verzorgend. De inzet op eigen regie vraagt om een sterke basisinfrastructuur in de wijk.” Om dat voor elkaar te krijgen moet er juist geen geld worden weggenomen: “Zonder een investering op die infrastructuur en de toekomstige wensen, kunnen we WOZO in de prullenbak gooien, samen met het motto ‘zelf als het kan, thuis als het kan en digitaal als het kan’. Het ministerie moet met één mond spreken en de klokken gelijk zetten als het gaat om de ambities die we met elkaar hebben afgesproken.”
    De seniorencoalitie was betrokken bij de opzet van de WOZO waarbij minister Helder aangaf dat de inzet van WOZO terug te zien zou zijn in het Integraal Zorgakkoord. Dat lijkt in dit uitgelekte stuk niet het geval. Daarmee worden niet alleen de senioren getroffen maar ook de mantelzorgers die in de afgelopen jaren al zoveel hebben opgevangen mede door de inhaalzorg en personeelstekort. “De Seniorencoalitie ziet dat er ook in de eerstelijns zorg personeelstekorten spelen en mede daardoor bestaande budgetten niet altijd opgemaakt worden, maar om nu al het geld weghalen zonder na te denken wat we wel kunnen doen, sluit niet aan op de ambities die we met elkaar hebben gedefinieerd.”
    De Seniorencoalitie zat overigens niet aan tafel bij de gesprekken over het Integraal Zorgakkoord, terwijl ouderen een groot deel van de huidige en toekomstige cliënten- en patiëntengroep zijn. Daarom hoopt de Seniorencoalitie dat deze conceptversie snel van tafel gaat.


  • Zeer warm weer; nationaal hitteplan van kracht

    Het Nationaal Hitteplan geldt vanaf 10 augustus in het hele land. De komende dagen loopt de temperatuur op tot boven de dertig graden. Het hitteplan blijft waarschijnlijk van kracht tot na het weekend.
    Voor een aantal kwetsbare doelgroepen, met name ouderen en mensen met een chronische aandoening, is aanhoudend warm weer een risico voor de gezondheid. Geadviseerd wordt voldoende water te drinken, koelte op te zoeken en lichamelijke inspanning te beperken.
    De GGD Rotterdam biedt in onderstaand artikel uitgebreide informatie over wat te doen bij hitte.

    Wie lopen er risico bij warm weer?
    Warm weer vormt voor bepaalde mensen een groter risico dan voor anderen. Ouderen vormen de grootste risicogroep. Bij hen is de temperatuurregulatie van het lichaam vaak slechter en hebben zij een verminderd dorstgevoel. Ook mensen met een chronische (lichamelijke of psychiatrische) aandoening, personen in een sociaal isolement, mensen met overgewicht en jonge kinderen (0-2 jaar) zijn extra kwetsbaar. Daarnaast kan het gebruik van specifieke geneesmiddelen leiden tot gezondheidsrisico’s bij aanhoudend warm weer. 

    Effecten van aanhoudend warm weer
    Als warme weersomstandigheden meerdere dagen aanhouden, kan dit leiden tot een verminderd welzijn en gezondheidsproblemen. Klachten variëren van vermoeidheid, concentratieproblemen, duizeligheid en hoofdpijn, huidklachten zoals jeuk en uitslag met blaasjes tot gevolgen van uitdroging zoals kramp, misselijkheid, uitputting, flauwte en bewusteloosheid. Uitdroging kan met name bij ouderen en mensen met hart- en vaatziekten leiden tot verstoring van de bloeddoorstroming van vitale organen (hart, longen, hersenen, nieren) met mogelijk levensbedreigende gevolgen.

    Wanneer is het té warm?
    Het Nationaal Hitteplan treedt in werking als de kans op aanhoudend extreem warm weer zeer groot is, dit gebeurt meestal landelijk maar kan ook regionaal. Het gaat hierbij om minstens vier opeenvolgende dagen met een temperatuur van 27 °C of hoger. Echter, gezondheidseffecten kunnen ook al bij lagere temperaturen voorkomen. Onderzoek heeft uitgewezen dat sterfte door hitte onder ouderen toeneemt bij temperaturen boven de 17-23 °C. Warm weer kan dus tot gezondheidsproblemen leiden zonder dat er sprake is van extreme warmte of hitte. Dit geldt met name voor gevoelige groepen zoals ouderen en mensen met een chronische aandoening.

    Rol van de GGD
    De GGD Rotterdam-Rijnmond communiceert actief over hittegerelateerde onderwerpen, zoals verkoeling zoeken, zonnebrandpreventie, voldoende drinken gedurende de dag en zorgen voor elkaar. De GGD volgt het Nationaal Hitteplan, dat door het RIVM en KNMI wordt geactiveerd. Als het Hitteplan wordt geactiveerd, informeren zij organisaties en burgers landelijk over de risico’s van hitte en delen ze tips om negatieve gezondheidseffecten te voorkomen.
    Gemeenten in de regio krijgen daarnaast van de GGD het advies een lokaal hitteplan te ontwikkelen. In een lokaal hitteplan worden concrete afspraken vastgelegd met lokale partijen om risicogroepen te bereiken zodra het aanhoudend warm weer wordt. Tot slot kan de GGD meedenken over de inrichting van de fysieke leefomgeving op het gebied van hitte/klimaat.

    Meer informatie
     Aanmelden voor de nieuwsbrief rondom activering van het Nationaal Hitteplan kan via cGM@rivm.nl. Meer informatie over hitte en gezondheid kunt u nalezen via de onderstaande links:

    Met dank aan gemeente Rotterdam.

  • Extra compensatie energiekosten

    Huishoudens met een inkomen rond het sociaal minimum kunnen eenmalig een toeslag van €1300 krijgen om de hogere energierekening te betalen. Het oorspronkelijke toeslagbedrag van €800 is in juli met €500 verhoogd. Heeft u de toeslag al aangevraagd of ontvangen? Dan hoeft u niks te doen. De gemeente zorgt ervoor dat u de extra compensatie van €500 krijgt. Heeft u een bijstandsuitkering, IOAW- IOAZ- of Bbz-uitkering? Dan hoeft u ook niks te doen. U krijgt de extra compensatie van €500 automatisch van de gemeente. Heeft u geen bijstandsuitkering, IOAW- IOAZ- of Bbz-uitkering, maar wel een inkomen van maximaal 120% van het sociaal minimum? Neem dan contact op met uw gemeente. Uw gemeente kan u vertellen of u de energietoeslag automatisch ontvangt of dat u de toeslag bij de gemeente moet aanvragen.Kijk hier voor meer informatie over de energietoeslag.


  • Ruim 50.000 handtekeningen onder pensioenpetitie

    Onze petitie over de nieuwe pensioenwet is inmiddels meer dan 50.000 keer ondertekend! Heeft u dat nog niet gedaan? Het kan nog steeds en maakt onze vuist in politiek Den Haag alleen maar steviger.
    De Seniorencoalitie, waarin ANBO, KBO-PCOB, Koepel Gepensioneerden en NOOM de krachten hebben gebundeld, eisen in de petitie aanpassingen van het wetsvoorstel voor een nieuw pensioenstelsel. Waar het precies over gaat, leest u hier.
    Het was in eerste instantie de bedoeling dat het wetsvoorstel nog vóór het zomerreces in de Tweede Kamer zou worden behandeld, maar het is toch uitgesteld tot september. Dat geeft u meer tijd om de petitie alsnog te tekenen, mocht u dat nog niet gedaan hebben.
    De petitie met alle handtekeningen zal in september worden overhandigd aan de Tweede Kamer. De Seniorencoalitie wil daarmee bereiken dat de pensioenwet in zijn huidige vorm niet wordt aangenomen door de Kamer.


  • zomercampagne Eén tegen eenzaamheid.

    De zomervakantie staat voor de deur. Dit jaar is zo’n 80% van de Nederlanders weer van plan op vakantie te gaan. Met name ouderen geven aan thuis te blijven. Om de thuisblijvers een hart onder de riem te steken, start het ministerie van VWS vandaag de zomercampagne Eén tegen eenzaamheid.
    Voor thuisblijvende ouderen zijn de zomermaanden vaak stiller dan normaal. Zij ontvangen minder bezoek én hebben minder sociale contacten. Ook gaan sommige sociale activiteiten niet door vanwege een zomerstop. Ouderen die aangeven zich eenzaam te voelen in de zomer, spreken zo een week niemand. Staatssecretaris Maarten van Ooijen: “Laten we dit jaar als we op vakantie zijn contact houden met onze buren, ouders of kennissen die thuisblijven. Of je nou in binnen- of buitenland bent, lang of kort weggaat, iets vaker een belletje of voice memo naar het thuisfront kan het verschil maken. Voor jou een klein gebaar, voor de ander heel waardevol.”
    De zomercampagne is onderdeel van het actieprogramma Eén tegen eenzaamheid van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Het actieprogramma heeft als doel eenzaamheid bespreekbaar te maken en eenzaamheid tegen te gaan. Dat doet het actieprogramma onder meer met de campagne ‘Een klein gebaar kan het verschil maken’. Het actieprogramma bestaat sinds 2018 en sindsdien zijn ruim 250 gemeenten en zo’n 170 landelijke organisaties, bedrijven en instellingen aangesloten. Meer weten? Kijk op www.eentegeneenzaamheid.nl.


  • Grote uitdagingen voor ouderenzorg in de toekomst

    Hoe kunnen we de zorg voor ouderen ook straks op peil houden, met de toenemende vergrijzing? En hoe blijven senioren zo lang mogelijk zelfstandig? Het kabinet heeft hiervoor een plan gemaakt en NOOM kan zich in de toekomstvisie vinden. Maar er zijn nog wel wat punten die serieus aandacht verdienen.
    ANBO heeft samen met de andere partners uit de Seniorencoalitie (KBO-PCOB, Koepel Gepensioneerden en NOOM) een reactie gemaakt op dit plan van minister Conny Helder, dat officieel het programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen (WOZO) heet.
    De Seniorencoalitie is het met de minister eens dat er grote veranderingen op stapel staan. De ouderen van nu hebben andere wensen, de groep ouderen stijgt hard en de personeelstekorten in de zorg worden steeds groter. De zorg en ondersteuning voor senioren zoals we dat nu kennen, is niet houdbaar in de toekomst.
    Vanwege de grote veranderingen is het van belang om de meest  kwetsbare ouderen, waaronder een grote groep migrantenouderen, hierop voor te bereiden. Daarvoor is een extra inzet vereist. Het NOOM is bereid om daaraan, in goed overleg met het ministerie, een bijdrage te leveren.

    De minister stelt als nieuwe norm: zelf als het kan, thuis als het kan, digitaal als het kan. Het is volgens de ouderenorganisaties een goed uitgangspunt, maar alles hangt wel af van de uitvoering. De praktijk blijkt vaak weerbarstig. Vrijwel iedereen wil graag zo lang mogelijk zelfstandig blijven. De vraag is wel of er voldoende zorgplekken zijn voor mensen die (nog) niet in aanmerking komen voor een plaats in een verpleeghuis, maar die wel intensieve zorg nodig hebben. Waar kunnen zij terecht?
    De vraag naar intensieve zorgplekken is nu al veel groter dan het aanbod en zulke plekken zijn niet van de ene op de andere dag gerealiseerd. De ouderenorganisaties vinden dat de minister nu al met (tijdelijke) maatregelen moet komen om de druk te verlichten. Anders vallen te veel kwetsbare mensen tussen wal en schip.

    De minister wil verder flink investeren in welzijn. Dat is een goed streven, maar welzijn is vooral een taak van gemeenten. De Seniorencoalitie vraagt zich af hoe de rijksoverheid ervoor kan zorgen dat welzijnsvoorzieningen in de wijken worden gerealiseerd. We merken dat het nu al vaak niet makkelijk is om burgerinitiatieven van de grond te krijgen.
    Het NOOM onderschrijft de observatie in het programma dat levenshouding en andere culturele achtergrond een specifieke aanpak kunnen vereisen en wijst in dit verband op het belang van een cultuurspecifieke aanpak voor migrantenouderen.

    Een ander belangrijk punt in het WOZO-programma is het realiseren van 250.000 nieuwe woningen voor senioren. Daarbij kan het gaan om gelijkvloerse woningen en nieuwe woonvormen. Dat is wat de ouderenorganisaties betreft een grote stap in de goede richting, aangezien er een groot tekort is aan passende woningen voor ouderen.

    Daarnaast wil de minister dat er meer gebruik wordt gemaakt van technologie, van nieuwe digitale oplossingen. Die bieden volgens de Seniorencoalitie veel mogelijkheden, maar het is wel van groot belang dat er oog blijft voor de groep die niet of weinig digitaal is. Digitale oplossingen, zoals beeldbellen met een zorgverlener, moeten worden aangeboden als mogelijkheid, maar mogen niet dwingend worden opgelegd. Kortom, niet alles is maakbaar. Langer zelfstandig thuis en gebruik maken van digitale toepassingen is niet voor iedereen weggelegd. Niet iedereen heeft een goed netwerk of kan zelf een oplossing zoeken voor een probleem.

    Ook pleit de Seniorencoalitie voor een betere ondersteuning van mantelzorgers en betere arbeidsvoorwaarden voor zorgprofessionals. Want zonder hen stort het hele systeem in.

    Deze punten heeft de Seniorencoalitie opgeschreven in een brief aan de Tweede Kamer. Lees hier de brief


  • Nieuw programma ouderenzorg: meer digitaal, meer thuis en meer eigen regie

    De manier waarop we in Nederland oudere mensen verzorgen en ondersteunen moet snel veranderen. Daar zijn de verschillende partijen in de ouderenzorgsector het over eens. Vandaag, 4 juli, klinkt daarom het startschot voor het programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen (WOZO). Het programma WOZO bestaat uit verschillende maatregelen, initiatieven en projecten om ervoor te zorgen dat de ouderenzorg ook in de toekomst blijft passen bij wat ouderen willen. En om ervoor te zorgen dat, gezien de grote schaarste aan personeel en de stijgende zorgvraag, de ouderenzorg ook in de toekomst goed georganiseerd kan worden. Om die transformatie te ondersteunen, trekt het kabinet ruim 770 miljoen euro uit.
    Met het WOZO-programma leggen de verschillende partijen uit de ouderenzorgsector een nieuwe norm vast: zelf als het kan, thuis als het kan en digitaal als het kan. De partijen in de ouderenzorg werken toe naar ouderenzorg en – ondersteuning waarbij ouderen zo veel mogelijk zelfredzaam zijn door zo nodig (opnieuw) aanleren van vaardigheden, fit blijven, hulpmiddelen gebruiken en hulp uit de omgeving.
    Ook wordt het uitgangspunt dat zorg digitaal wordt geleverd als dat kan. Of het nu gaat om beeldbellen met de wijkverpleegkundige, een robotje dat je met een stem herinnert aan het innemen van medicatie of een sensor die de verpleegkundige alarmeert als je bent gevallen; innovatie kan de kwaliteit van zorg verhogen en zorgverleners ontlasten.
    En tot slot is het uitgangspunt om thuis te wonen, tenzij dat niet meer kan. Daarvoor moeten er geschikte woningen voor ouderen beschikbaar komen en moet er goede, passende zorg aan huis geleverd worden. Het doel van het WOZO-programma is om de komende jaren een verandering op gang te brengen waardoor deze nieuwe norm in heel Nederland werkelijkheid wordt.
    Nu het programma van start is, werkt het ministerie samen met de partners, waaronder ook het NOOM, de verschillende maatregelen en initiatieven uit die onder het programma vallen. Zo komt er een subsidieregeling om woningen te realiseren waar ouderen en jongeren samenwonen, zogenaamd intergenerationeel wonen. Ook komen er coaches die zorginstellingen helpen om technologische innovaties goed in te zetten en op te schalen binnen hun organisatie en een subsidieregeling voor de inzet van gezondheidstechnologie thuis.
    Samen met de minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening is het doel om tot en met 2030 speciaal voor ouderen 170.000 nultredenwoningen en 80.000 geclusterde woningen te bouwen of te verbouwen, als onderdeel van de totale nieuwbouwopgave in het programma Woningbouw. Ook wil minister Helder 50.000 woningen voor ouderen met een meer intensieve zorgvraag realiseren.. Verder wil het WOZO-programma verschillende regels en afspraken aanpassen om ervoor te zorgen dat zorg zo goed mogelijk thuis kan worden georganiseerd, en worden er communicatieactiviteiten ontwikkeld om ouderen te helpen zich voorbereiden op ouder worden. Voor alle acties die onder het programma vallen, zie de brief die hierover naar de Kamer is gestuurd.


  • NOOM 15 jaar: boeiend programma, goede sfeer

    Presentator Noraly Beyer, coördinator Jeanny Vreeswijk-Manusiwa, directeur Beeld en Geluid Eppo van Nispen tot Sevenaer, staatssecretaris Maarten van Ooijen, NOOM-bestuurslid Juan Seleky en coördinator Lucía Lameiro García.

    18 juni vierde het NOOM haar 15jarig jubileum in het gebouw van Beeld en geluid. Het was een zeer geslaagde bijeenkomst met onder meer een presentatie door Eppo van Nispen tot Sevenaer (directeur Beeld & Geluid) over veranderingen in het taalgebruik in de media met betrekking tot inclusiviteit, een gesprek met Maarten van Ooijen, staatssecretaris van VWS over de noodzaak voor meer specifieke aandacht voor migrantenouderen, en discussies met  makers van TV- en radioprogramma’s over de vraag welke keuzes zij maakten bij het vervaardigen van programma’s voor migrantengroepen. Dat gebeurde aan de hand van compilaties van videofragmenten over arbeidsmigranten en over migranten uit de voormalige Nederlandse koloniën en China. In de middag kon men deelnemen aan discussies over of en hoe mediamateriaal ingezet kan worden t.b.v. scholing aan professionals en vrijwilligers die werken met migrantenouderen met dementie, over intergenerationele projecten en over aandacht voor, en herkenbaarheid bij, migrantenouderen in de Tv-programmering van de Publieke Omroep en bij Beeld & Geluid.
    Een uitgebreid verslag van de bijeenkomst volgt binnenkort.


  • Ombudsman: financiële hulp regelen vaak te moeilijk voor ouderen

    Het is vaak te moeilijk voor ouderen om bij de overheid financiële hulp aan te vragen, concludeert de Nationale ombudsman. Veel ouderen maken daardoor geen gebruik van zogeheten inkomensvoorzieningen, waar ze wel recht op hebben. Het gaat bijvoorbeeld om zorg- en huurtoeslag of een aanvulling op het inkomen als iemand geen volledige AOW krijgt. Sommige ouderen komen daardoor onnodig onder het sociale bestaansminimum terecht, zegt ombudsman Reinier van Zutphen. “Als we weten om wie het gaat en waarop ze recht hebben, waarom gaan we ze dan niet wat beter helpen?” Van Zutphen sprak voor zijn onderzoek met tientallen ouderen en tussenpersonen, waaronder het NOOM.
    Er spelen volgens de ombudsman meerdere problemen. Het kan zijn dat ouderen niet op de hoogte zijn van bestaande financiële regelingen. Maar als dat wel het geval is, werpt het aanvragen vaak een drempel op. De regels zijn te ingewikkeld, en zonder hulp komen ouderen er dan niet uit.

    Ouderen actief benaderen
    Ook speelt een gebrek aan vertrouwen in de overheid mee, dat extra is aangewakkerd door onder meer de toeslagenaffaire. “Ze ervaren de overheid als bureaucratisch, begrijpen in veel gevallen de regels niet of ze vergeten dat ze wijzigingen op tijd moeten doorgeven. Ze zijn bang dat ze te maken krijgen met een terugvordering”, staat in het rapport.
    De ombudsman zegt dat de overheid ouderen veel actiever moet benaderen en niet moet afwachten totdat ouderen zelf aankloppen. Van belang is om persoonlijk contact met hen te leggen, via telefoon en huisbezoeken. Ook moet beter in kaart worden gebracht welke ouderen financieel kwetsbaar zijn. Als er aan een inkomensvoorziening verder geen verplichtingen verbonden zijn, moet die automatisch worden toegekend. In andere gevallen zou de overheid moeten helpen bij de aanvraag.

    Lees het artikel op de site van de NOS

    Voor het onderzoek zijn ook migrantenouderen, sleutelfiguren en medewerkers van het NOOM geïnterviewd, omdat  oudere migranten oververtegenwoordigd zijn in de groep die in armoede leeft. Het NOOM heeft er ook op gewezen dat veel regels met betrekking tot het aanvragen van financiële hulp niet aansluiten bij de situatie van betrokkenen.