Ombudsman: financiële hulp regelen vaak te moeilijk voor ouderen

Het is vaak te moeilijk voor ouderen om bij de overheid financiële hulp aan te vragen, concludeert de Nationale ombudsman. Veel ouderen maken daardoor geen gebruik van zogeheten inkomensvoorzieningen, waar ze wel recht op hebben. Het gaat bijvoorbeeld om zorg- en huurtoeslag of een aanvulling op het inkomen als iemand geen volledige AOW krijgt. Sommige ouderen komen daardoor onnodig onder het sociale bestaansminimum terecht, zegt ombudsman Reinier van Zutphen. “Als we weten om wie het gaat en waarop ze recht hebben, waarom gaan we ze dan niet wat beter helpen?” Van Zutphen sprak voor zijn onderzoek met tientallen ouderen en tussenpersonen, waaronder het NOOM.
Er spelen volgens de ombudsman meerdere problemen. Het kan zijn dat ouderen niet op de hoogte zijn van bestaande financiële regelingen. Maar als dat wel het geval is, werpt het aanvragen vaak een drempel op. De regels zijn te ingewikkeld, en zonder hulp komen ouderen er dan niet uit.

Ouderen actief benaderen
Ook speelt een gebrek aan vertrouwen in de overheid mee, dat extra is aangewakkerd door onder meer de toeslagenaffaire. “Ze ervaren de overheid als bureaucratisch, begrijpen in veel gevallen de regels niet of ze vergeten dat ze wijzigingen op tijd moeten doorgeven. Ze zijn bang dat ze te maken krijgen met een terugvordering”, staat in het rapport.
De ombudsman zegt dat de overheid ouderen veel actiever moet benaderen en niet moet afwachten totdat ouderen zelf aankloppen. Van belang is om persoonlijk contact met hen te leggen, via telefoon en huisbezoeken. Ook moet beter in kaart worden gebracht welke ouderen financieel kwetsbaar zijn. Als er aan een inkomensvoorziening verder geen verplichtingen verbonden zijn, moet die automatisch worden toegekend. In andere gevallen zou de overheid moeten helpen bij de aanvraag.

Lees het artikel op de site van de NOS

Voor het onderzoek zijn ook migrantenouderen, sleutelfiguren en medewerkers van het NOOM geïnterviewd, omdat  oudere migranten oververtegenwoordigd zijn in de groep die in armoede leeft. Het NOOM heeft er ook op gewezen dat veel regels met betrekking tot het aanvragen van financiële hulp niet aansluiten bij de situatie van betrokkenen.

Rotterdam stopt met ‘kostendelersnorm’

Rotterdam wil een belangrijk deel van de Participatiewet niet langer uitvoeren omdat de wet onacceptabele negatieve gevolgen heeft voor inwoners. Het college van burgemeester en wethouders in Rotterdam kondigde vandaag aan dat het de zogeheten kostendelersnorm per 1 juli 2022 afschaft. Die norm heeft volgens de stad zoveel nadelige effecten dat het beter is ermee op te houden.
De kostendelersnorm bepaalt dat bijstandsgerechtigden, die samenwonen met iemand die ouder is dan 21 jaar, worden gekort op hun uitkering. Dit omdat de wet er vanuit gaat dat die extra leden van het huishouden ook een inkomen kunnen verwerven.

De stap van PvdA-wethouder Richard Moti van Werk en Inkomen is opmerkelijk. Het gebeurt namelijk zelden dat een lagere overheid weigert een wet van het Rijk uit te voeren. Maar de stad zegt dat de problemen waarmee burgers worden geconfronteerd door de kostendelersnorm niet meer acceptabel zijn.
Volgens wethouder Moti leidt de kostendelersnorm tot grote sociale spanningen in gezinnen die het al lastig hebben en kan het zelfs leiden tot dakloosheid onder jongeren. Ouders zouden zich gedwongen voelen hun thuiswonende kinderen, ouder dan 21 jaar, de deur te wijzen. Want blijven deze kinderen thuiswonen, dan dreigt er een korting op de bijstandsuitkering. Tegelijkertijd is er een groot tekort aan woningen in Nederland, vooral in het goedkopere segment.

De gemeente heft de kostendelersnorm op per 1 juli 2022, maar gaat vanaf nu al vrijstelling verlenen. Eerder, in 2021, weigerde de gemeente Utrecht al een ander deel van de Participatiewet langer uit te voeren.

Het kabinet zegt te werken aan een oplossing voor het probleem van de kostendelersnorm, maar die oplossing laat op zich wachten, tenminste tot in 2023. Dat duurt wethouder Moti te lang.

Lees het volledige artikel op de website van EenVandaag

Geef AOW’er snel duidelijkheid

Ouderen verdienen het om snel meer zekerheid te krijgen over hun koopkracht.
In een brief aan minister Schouten voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen vragen ANBO, KBO-PCOB, Koepel Gepensioneerden en NOOM om hierover op korte termijn een gesprek te hebben. De onrust en onvrede onder ouderen groeit net zo snel als de rekeningen zich opstapelen.
Lees de brief hier

Gepensioneerden kopen niets voor versoepeling indexatie

Twee derde van de Nederlandse gepensioneerden koopt niets voor de voorgestelde versoepeling van de indexatieregels in 2022. Dat stellen de gezamenlijke ouderenorganisaties ANBO, KBO-PCOB, Koepel Gepensioneerden, KBO-Brabant en NOOM in hun reactie op de internetconsultatie over de wijziging van de rekenregels, de zogeheten motie-Van Dijk.
Het ziet er niet naar uit dat de deelnemers van de grote fondsen ABP, PFZW, PME en PMT er komend jaar een euro bij krijgen. Dat knelt des te meer nu de inflatie is opgelopen tot boven de 5% en de verwachting steeds sterker wordt dat die inflatie niet tijdelijk is. Daarnaast dreigt de koppeling van de AOW aan het minimumloon te worden losgelaten, wat de inkomenspositie van gepensioneerden ook gaat aantasten.
De ouderenorganisaties wijzen er in hun reactie opnieuw op dat het vertrouwen in het pensioenstelsel tanende is. Na 12 jaar uitholling van de koopkracht van het pensioen en een indexatieachterstand van 20 tot 25% staat de koopkracht nu extra onder druk door de gestegen inflatie. Uitzicht op indexatie in de periode tot 2027 is er voor het overgrote deel van de gepensioneerden evenmin. Het draagvlak voor de pensioenvernieuwing neemt daarmee steeds verder af. Lees meer

400.000 ouderen de dupe van ‘schandalige’ ontkoppeling AOW

ANBO, KBO-PCOB, de Koepel Gepensioneerden en NOOM tekenen protest aan tegen het voornemen uit het regeerakkoord de koppeling tussen minimumloon en AOW los te laten. Daardoor krijgt een groep van bijna 400.000 ouderen er geen cent bij.
Vakbonden en ouderenorganisaties zijn boos dat de historische koppeling, die bestaat sinds 1980, met één ‘pennenstreek’ dreigt te worden verbroken. Dreigt, want de plannen moeten nog in wetgeving worden omgezet en daarna door het parlement worden geloodst.
In het regeerakkoord staat wel dat ouderen worden gecompenseerd middels een hogere ouderenkorting. Dat is een bedrag dat ouderen mogen aftrekken van de belasting die ze moeten betalen. Maar de vraag is of dat effect heeft: de ouderenkorting is namelijk alleen beschikbaar voor ouderen met een verzamelinkomen tot circa 50.000 euro. Maar om de ouderenkorting te kúnnen krijgen, moet je wel belasting betálen. En dat is voor de mensen met alleen AOW of AOW met een aanvullend pensioen tot 500 euro bruto per maand, zo’n 400.000 ouderen, nou juist niet het geval. Het gaat dus om een veel grotere groep dan de coalitiepartijen doen voorkomen. Bovendien klopt de bewering van de coalitiepartijen dat al met een beetje aanvullend pensioen de verhoging van de ouderenkorting te merken zal zijn niet volgens NOOM-coördinator Lucia Lameiro: “Uit de CBS-publicatie “Materiële welvaart in Nederland 2020 blijkt dat 1 op 20 huishoudens (ofwel 110.000 huishoudens) in 2018 bovenop hun AOW geen of hooguit 250 euro bruto per maand aan aanvullende inkomsten hadden. Daarnaast moesten bijna 218 duizend huishoudens het maandelijks stellen met 250 tot 500 euro bovenop de AOW. Dat zijn bij elkaar opgeteld 328.000 huishoudens die de ontkoppeling van de AOW direct gaan voelen in hun portemonnee. Daarbij blijkt uit het SEO rapport 2017-09 dat ruim 25.000 65+huishoudens met een niet-westerse achtergrond  dat is meer dan 40% – onder de armoedegrens leeft (dat percentage is 2,5% bij de ouderen zonder migratieachtergrond). De coalitiepartners onderschatten en negeren dus de armoede onder ouderen en in het bijzonder ouderen met een migratieachtergrond. Deze ouderen gaan niets merken van de verhoging van de ouderenkorting, wel van deze ontkoppeling van de AOW, bovenop de stijging van de kosten van levensonderhoud.”
Lees ook het artikel in het AD

Seniorenorganisaties verontrust: Kabinet heeft blinde vlek voor koopkracht ouderen

De nieuwe regeringscoalitie heeft totaal geen oog voor de inkomenspositie van ouderen. Zij profiteren op geen enkele manier mee van de welvaart, vinden de gezamenlijke ouderenorganisaties.
ANBO, KBO-PCOB, Koepel Gepensioneerden en NOOM vinden dat het kabinet snel duidelijk moet maken hoe ouderen worden gecompenseerd voor het loslaten van de koppeling tussen het minimumloon en de AOW. Het minimumloon gaat stapsgewijs met 7,5% omhoog, de AOW niet.
In het regeerakkoord staat dat AOW’ers worden gecompenseerd via een hogere ouderenkorting. Mensen met alleen AOW of met een klein aanvullend pensioen hebben hier niets aan. Wat het betekent voor de andere groepen AOW’ers is niet duidelijk, omdat een verdere uitwerking in het regeerakkoord ontbreekt. Dat stelt de ouderenbonden niet gerust.
De inkomenspositie van ouderen staat al jaren onder druk. Werkenden zijn er de afgelopen elf jaar bijna 18% in koopkracht op vooruit gegaan, gepensioneerden hebben bijna 5% moeten inleveren.
De aanvullende pensioenen zijn al jaren niet meegegroeid met de prijsontwikkeling. Indexatie is volgens de ouderenorganisaties direct nodig. Door de hoge inflatie van nu komt de koopkracht alleen maar verder onder druk te staan. Helaas laat de nieuwe coalitie nergens een visie zien op de koopkrachtontwikkeling voor de komende jaren.
ANBO, KBO-PCOB, Koepel Gepensioneerden en NOOM zijn wel tevreden over de plannen voor woningbouw in het regeerakkoord. Het nieuwe kabinet wil per jaar tot 100.000 woningen gaan bouwen, met extra aandacht voor onder anderen senioren. Ook komt er meer ruimte voor alternatieve woonvormen. De seniorenorganisaties dringen hier al jaren op aan en zijn blij dat de nieuwe coalitie er nu in meegaat.
Het ouderenbeleid wordt ook in dit regeerakkoord nog steeds vanuit het perspectief van zorg benaderd. De gezamenlijke ouderenorganisaties vinden dat een gemiste kans. Het is tijd voor integraal ouderenbeleid voor de groeiende groep senioren in ons land. Vanuit alle departementen moet ouderenbeleid worden ontwikkeld en met elkaar afgestemd, op het gebied van inkomen, wonen, welzijn, veiligheid, digitalisering, zorg en zingeving.

Geen juridische, wel morele verplichting om AOW-gat Surinaamse Nederlanders te dichten

De Raad van State ziet geen reden om de Surinaamse Nederlanders met een AOW-gat financieel te compenseren. Daar was door verschillende organisaties en instanties regelmatig op aangedrongen. Tienduizenden ouderen die in de periode voor de onafhankelijkheid in 1975 in Suriname woonden, krijgen al jaren geen volledige uitkering, waardoor er een AOW-gat ontstaat. Dat komt doordat Suriname voor de AOW als buitenland wordt aangemerkt, ook al was het land voor 1975 onderdeel van het Koninkrijk der Nederlanden.
Op verzoek van de Kamer vroeg het ministerie van Sociale Zaken een commissie onder leiding van substituut ombudsman en voormalig PvdA-senator Joyce Sylvester om advies over een mogelijke compensatieregeling. De commissie adviseerde het ministerie in juli om de groep Surinaamse Nederlanders eenmalig belastingvrij te compenseren. Toenmalig minister Koolmees vroeg ook de Raad van State om een advies. De raad concludeerde dat op juridische gronden een compensatie niet noodzakelijk is.
In een brief, verzonden op 30 oktober jl. doen mevrouw Dr. Barryl A. Biekman, voorzitter Landelijk Platform Slavernijverleden, en de heer Ram Rambaratsingh, woordvoerder Platform Surinaamse Diaspora, namens Surinaamse Nederlanders een dringend beroep op de leden van de Tweede Kamer om niet het advies van de Raad van State, als wel het advies van de Commissie Sylvester te laten prevaleren. De conclusie van de Raad van State dat Nederland juridisch niet verplicht is om het AOW-gat voor Nederlandse ouderen met een Surinaamse achtergrond te repareren, ontslaat de overheid immers niet van de morele verplichting daartoe.
Het NOOM onderschrijft dit verzoek en doet in een brief aan de voorzitters van de Tweede Kamerfracties en leden van de vaste commissie SZW een klemmend beroep op hen om zo snel mogelijk met elkaar het debat te voeren, zodat de adviezen van de Commissie Sylvester met spoed in een compensatieregeling kunnen worden omgezet. Het op enkel juridische gronden gebaseerde advies van de Raad van State biedt, dankzij het uitstekende voorbereidende werk van de Commissie Sylvester, hier ruimte voor. Het NOOM en haar lidorganisaties pleiten er voor om niet te wachten op de vorming van een nieuw kabinet: de goed af te bakenen groep ouderen die het betreft wacht nu inmiddels tientallen jaren en voorkomen moet worden dat nog meer ouderen deze compensatie niet mee zullen maken.

Voorkom toenemende financiële uitzichtloosheid kwetsbare 55-plusser

Een te grote groep jonge senioren gaat financieel ongezond de AOW in. Dat blijkt uit een onderzoek van Regioplan in opdracht van de seniorenorganisaties KBO-PCOB, Koepel Gepensioneerden, ANBO, FASv en NOOM. De organisaties pleiten voor maatregelen die ervoor zorgen dat de groeiende groep kwetsbare jonge senioren financieel wordt ontzien en worden gesteund bij het vinden van betaald werk. Het huidige, demissionaire, kabinet zou nu al moeten afzien van (en compensatie bieden voor) maatregelen die de uitkeringshoogte voor jonge senioren aantasten, de drempel moeten verlagen voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering van 35% naar 15% arbeidsongeschiktheid en de kostendelersnorm moeten afschaffen.   Lees meer