
Op 7 september 2022 heeft NOOM, Netwerk Organisaties van Oudere Migranten, de Leidraad Cultuurspecifieke zorg, Vanuit cultuursensitief handelen naar cultuurspecifieke elementen in zorg en welzijn, aan minister Helder van VWS overhandigd. De leidraad is ontwikkeld met subsidie van VWS en inspireert zorgaanbieders tot cultuurspecifieke zorg voor ouderen met een migratieachtergrond. Voor zowel professionals als vrijwilligers, die te maken hebben met ouderen met een migratieachtergrond is deze leidraad bruikbaar.
De leidraad is tot stand gekomen door met ruim 150 ouderen, vrijwilligers, mantelzorgers en professionals te spreken. Hun ervaringen, behoeften en wensen zijn in deze leidraad opgenomen. Met ouderen spreken en je verdiepen in hun leefwereld levert veel op. Een aanbod op het gebied van zorg en welzijn dat past bij de belevingswereld van ouderen met een migratieachtergrond en waar men zich in herkent is noodzakelijk om mensen te ondersteunen.
Het bevordert beter contact en daardoor betere zorg. Zeker nu ook vanuit het WOZO programma van VWS benadrukt wordt dat ouderen zo lang mogelijk thuis moeten blijven, is het van belang om ook met ouderen met een migratieachtergrond in gesprek te gaan en te blijven over de best passende zorg. De producten uit de leidraad zijn hier helpend bij.
Download hier de Leidraad
Voor een uitgebreider verslag van de presentatie klik hier
Zie ook: https://netwerknoom.nl/wp-content/uploads/2022/08/Leidraad.pdf


In Nederland komt de grootste groep 55-plussers met een migratieachtergrond uit Suriname. Maar zij voelen zich niet altijd thuis in de Nederlandse ouderenzorg. De vraag naar cultuurspecifieke woongroepen en verpleegtehuizen groeit, want teruggaan naar Suriname is geen optie.
Zorgvoorzieningen die zich specifiek richten op oudere migranten kunnen helpen om de gezondheidskloof te dichten. Dat soort voorzieningen zijn echter ‘uit de mode’ geraakt sinds de gemeenten verantwoordelijk zijn voor ouderenzorg. Dat laat onderzoeker Hanna Carlsson zien in haar onlangs verschenen proefschrift, waarvoor ze veldwerk deed in Nijmegen en Den Haag. In haar proefschrift onderzoekt Carlsson de effecten van twee recente trends in het Nederlandse zorgbeleid: lokalisering en postmulticulturalisme. Die eerste ontwikkeling, die rond 2010 begon, hield in dat de zorg steeds meer op wijkniveau werd georganiseerd. Daarnaast veranderde vanaf de eeuwwisseling het denken over de multiculturele samenleving. Speciale voorzieningen voor migrantengroepen belemmerden de integratie, was de gedachte. ‘Nu hebben gemeenten het liever over inclusiviteit’, aldus Carlsson. Zij raadt gemeenten aan om in kaart te brengen welke groepen wel en niet goed worden bereikt. Dat hangt niet alleen samen met etniciteit, taal of cultuur, maar ook met de lokale gemeenschap: ‘Voor mensen van Chinese afkomst in Nijmegen kan het moeilijk zijn om zorgvoorzieningen te vinden. Maar in Den Haag gaat het zo. Er zijn daar zoveel mensen met die achtergrond: zelfs als je geen Nederlands spreekt, zijn er genoeg mensen die je kunnen helpen.’
Op 24 maart organiseerde de Commissie Interculturele Zorg ETZ het symposium ‘Interculturele dilemma’s in de zorg’, bestemd voor zorgprofessionals. Het symposium is nu terug te kijken op 


