Agenda

  • Training digitale vaardigheden voor Marokkaanse ouderen met succes afgerond

    Op 17 november ontvingen 22 Marokkaanse ouderen een certificaat van de Rotterdamse wethouder Faouzi Achbar (Welzijn, Samenleven, Sport en Digitale Inclusie). De afgelopen 8 weken verbeterden zij hun digitale vaardigheden. Samen met MOBiN, de Marokkaanse Ouderenbond in Nederland, ontwikkelde het Netwerk digitale inclusie 55+ voor hen een training op maat. Ouderen met een Marokkaanse culturele achtergrond blijken namelijk weinig gebruik te maken van bestaand aanbod om mee te komen in de digitale wereld.
    Wethouder Faouzi Achbar: “Zowel in de fysieke als digitale wereld is het van belang dat iedereen mee kan doen. De digitale wereld biedt veel mogelijkheden en kansen, maar om daar gebruik van te kunnen maken zijn digitale vaardigheden essentieel. Niet elke Rotterdammer krijgt deze vaardigheden van jongs af aan mee. Ik ben daarom ook erg blij met initiatieven als deze en heb met trots de certificaten aan de deelnemers uitgereikt.”

    Laagdrempelig 
    Samen met MOBiN werd bekeken hoe Marokkaanse ouderen het best ondersteund kunnen worden bij digitale uitdagingen. Dat werd een training op maat, want “anders worden dit soort mensen niet bereikt en blijven ze links liggen”, vertelt Driss Tabghi van MOBiN. Het aanbod moet laagdrempelig zijn. Daarom is gekozen voor een locatie waar de ouderen al regelmatig samen komen: Stichting Vader en Zoon in Feijenoord. En voor een trainer die bekend is met de Marokkaanse cultuur en de taal van de deelnemers spreekt. Daarnaast konden de deelnemers gebruik maken van een laptop in bruikleen omdat zij vaak zelf nog niet in het bezit zijn van een laptop of computer. “Het geheim is de doelgroep heel goed kennen en geduld opbrengen. Dat is niet voor iedereen weggelegd” sluit Driss af.

    Meedoen in de digitale wereld
    Gedurende acht weken leerden de deelnemers van de training met een laptop werken en werden al hun vragen hierover beantwoord. Zij hebben een mooie stap gemaakt om mee te komen in de digitale wereld. Dat is belangrijk omdat steeds meer dienstverlening van bijvoorbeeld de overheid digitaal plaatsvindt. Zonder digitale vaardigheden kan je dus niet langer zelfstandig meekomen in de maatschappij. Naar schatting geldt dit voor ongeveer 25% van alle Rotterdammers. Van alle 55-plussers voelt zelfs meer dan de helft zich niet voldoende digitaal vaardig. Daarom werken zo’n 50 organisaties, waaronder het NOOM, samen in het Netwerk Digitale Inclusie 55+ aan een passend aanbod om de digitale vaardigheden van Rotterdamse ouderen te versterken.


  • Netwerkversterker Kwok Hung Lau over voorlichting voor Chinezen

    In een nieuwe serie artikelen vertellen netwerkversterkers van het NOOM over hoe zij te werk gaan en welke ervaringen zij hebben opgedaan tijdens de uitvoering van hun werk. In dit artikel vertelt netwerkversterker Kwok Hung Lau waarom gezondheidsvoorlichting zo belangrijk is en wat de randvoorwaarden zijn voor effectieve voorlichting. “Belangrijk bij het organiseren van een voorlichtingsbijeenkomst is dat je het thema goed kiest: het moet aansluiten op wat er leeft in een groep: welke vragen hebben ze? wat weten ze al over het thema? Welke gevoeligheden zijn er ten aanzien van het thema? Hét thema de afgelopen periode was natuurlijk Corona. Veel Chinezen hebben informatie gekregen via Whatsapp, de telefoon of van vrienden. Maar lang niet alle informatie is correct, en nogal wat mensen zijn door die informatie op het verkeerde been gezet, wat bijvoorbeeld hun beslissing om zich wel of juist niet te laten vaccineren heeft beïnvloed. Een andere belangrijke voorwaarde voor een succesvolle bijeenkomst is dat de voorlichting wordt gegeven door iemand met gezag of autoriteit. Bij gezondheidsvoorlichting dus een -al dan niet gepensioneerde- arts. Mensen accepteren de informatie dan veel makkelijker en eerder dan van een medisch ongekwalificeerde vrijwilliger. Ik fungeer tijdens de bijeenkomsten als tolk, omdat de voorlichter vrijwel nooit Chinees spreekt. De voorlichting wordt in het Kantonees gegeven. Mocht iemand die taal niet beheersen dan vragen we iemand anders die de taal wel verstaat, naast hem of haar te gaan zitten en waar nodig zachtjes te vertalen”.  Lees het volledige verhaal van Kwok.


  • Geen reparatie AOW-gat Surinaamse Nederlanders, misschien wel eenmalige tegemoetkoming

    Nederlanders van Surinaamse afkomst met lage AOW-opbouw krijgen misschien een eenmalig ‘onverplicht’ geldbedrag om het tekort aan te vullen. Het kabinet laat hier onderzoek naar doen. Dit heeft de ministerraad op 11 november besloten op voorstel van minister Schouten van Sociale Zaken. Om precedentwerking te voorkomen mag deze compensatie officieel geen relatie hebben met het AOW-tekort. Het kabinet acht een reparatie van de onvolledige AOW-opbouw niet mogelijk, omdat dat precedentwerking zou hebben voor andere groepen. Wel wil het kabinet onderzoeken of een gebaar van erkenning mogelijk is. Dat is een koerswijziging. Verantwoordelijk minister Carola Schouten (CU) voor Pensioenen: ‘De gesprekken met ouderen uit de Surinaamse gemeenschap hebben een diepe indruk op mij gemaakt. In het vraagstuk rondom de onvolledige AOW ervaren zij groot onrecht. Ik begrijp die gevoelens. Daarom start het kabinet een onderzoek naar een eenmalige onverplichte tegemoetkoming, als gebaar van erkenning richting deze ouderen.’ Het begrip ‘onverplicht’ moet precedentwerking voorkomen.

    Lees het volledige artikel op de site van de Volkskrant
    Bekijk het bericht van de Rijksoverheid


  • Betalingsverkeer: minder service, maar hogere tarieven

    Steeds meer ouderen zijn boos over de steeds verdere digitalisering van het betalingsverkeer en de achteruitgang van de dienstverlening van banken. Met name de sluiting van veel bankkantoren zit veel mensen dwars. Daar komt nog bij dat banken ondanks hun verminderde service de tarieven voor betalingsverkeer de afgelopen jaren flink hebben verhoogd. NOOM, het Netwerk van Organisaties van Ouderen Migranten, en andere seniorenorganisaties vinden deze verhogingen een zorgelijke en onacceptabele ontwikkeling en gaan dit nadrukkelijk aan de orde stellen in de komende gesprekken met de banken, onder andere in het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer. Hierbij wordt nauw samengewerkt met de Consumentenbond.

    Vooral ouderen die niet of nauwelijks in staat zijn om met de computer of de telefoon te bankieren, ondervinden grote problemen bij het betalingsverkeer en overige dagelijkse bankzaken. Onder deze, maar ook andere, ouderen leeft een algemeen gevoel van steeds verdere achterstelling. Overduidelijk blijkt steeds de behoefte aan persoonlijk contact. Ouderen zijn voor vragen en “persoonlijk contact” nu vooral aangewezen op de telefoonlijnen van de banken. Maar daarover zijn er steeds meer klachten: lange wachttijden; de telefooncomputer vraagt om informatie, maar accenten en woorden worden niet altijd herkend; moeite met het “multitasken”, er moet worden geluisterd en tegelijk keuzes intikken. De telefoonprogramma’s vragen om gegevens zoals een bankrekeningnummer, mensen hebben dat vaak niet bij de hand. Hierdoor is meer tijd nodig waardoor het programma wordt afgesloten en je  weer opnieuw moet beginnen. Als je eindelijk iemand aan de lijn krijgt is het moeilijk om je probleem te bespreken en aangeboden oplossingen te onthouden en uit te voeren. Door “taalproblemen” is verificatie aan de telefoon door de bank van de rekeninghouder niet altijd mogelijk. De ouderen die wel internetbankieren of weleens hadden geprobeerd daarmee te starten gaven aan dat ze regelmatig vragen hebben en/of vastlopen bij het installeren of “niet functioneren” van de software op laptop en/of mobiele telefoons. Ze weten niet aan wie of waar ze hulp kunnen vragen. De meesten hebben geen mensen in hun omgeving die hen kunnen helpen. Doorverwijzing voor ING klanten naar ING Servicepunten is in sommige gevallen een oplossing, bij andere banken kunnen mensen alleen naar het filiaal in het centrum van de stad.  Dat betekent voor veel ouderen een reis met de bus en drie keer overstappen + stukken lopen. Gezien de mobiliteit van deze ouderen is dit een groot probleem. Ook de buskosten vormen voor sommigen een obstakel.

    Bij verminderde service verwacht je geen verhoging van de tarieven voor het betalingsverkeer. Het tegendeel is het geval. De laatste jaren zijn de abonnementskosten op de betaalrekeningen met meer dan 40% gestegen. Alleen dit jaar al met 10%. ING, één van de grootste banken, heeft onlangs aangekondigd de abonnementstarieven per 1 januari 2023 te verhogen: bij de duurdere pakketten is de verhoging 10%, bij de goedkopere pakketten met maar liefst 42%. En dat zijn nu juist de pakketten die worden afgenomen door mensen in kwetsbare posities, mensen die minder te besteden hebben en al enorm veel last hebben van de torenhoge energieprijzen, hoge huren, duurdere boodschappen en hogere zorgkosten.


  • Wegwijs in de wereld van bankieren

    Er is veel veranderd rondom de dienstverlening van banken. De meeste bankfilialen zijn gesloten en bankklanten worden gestimuleerd om vooral over te gaan op online- en/of mobiel bankieren. Veel mensen, ouderen, laaggeletterden en mensen met een beperking, ruim drie miljoen Nederlanders, hebben moeite met het gebruik van internet en kunnen of willen geen gebruik maken van online en/of mobiel bankieren. Veel van hen worden daardoor bij hun betalingen steeds meer afhankelijk van hulp van anderen. Daarbij komt dat de meeste bankinformatie nu alleen nog online op de websites van de banken te vinden is. Mensen uit deze groepen prefereren echter persoonlijk contact en missen dat sinds de sluiting van de lokale bankfilialen.

    Om hen te ondersteunen is in oktober een pilot van start gegaan. Iedereen met vragen over bankieren kan wekelijks terecht bij een speciaal inloopspreekuur in de Centrale Bibliotheek van Rotterdam, Bibliotheek Overvecht in Utrecht en Bibliotheek Deventer. De pilot is een samenwerking van ABN AMRO, ING en Rabobank met de bibliotheken en de belangenorganisaties. Gepensioneerde bankmedewerkers staan als vrijwilliger klaar om mensen op weg te helpen. Zij fungeren als spin in het web, verwijzen mensen naar het juiste kanaal en helpen de hulpvraag goed te formuleren, geven waar mogelijk zelf informatie. De vrijwilligers verwijzen bij complexe en inhoudelijke vragen altijd door naar financiële gecertificeerde deskundigen. Ze geven daarnaast neutrale informatie, onafhankelijk van de bank waarvan iemand klant is. Op basis van de resultaten van de pilots wordt bekeken of en op welke wijze een bredere landelijke uitrol mogelijk is.

    In Utrecht-Overvecht kent de pilot vooral een wijkgerichte aanpak. Het Netwerk van Organisaties van Oudere Migranten (NOOM) speelt hierin, naast de banken en de bibliotheek, een belangrijke rol. Het wekelijks spreekuur is hier onderdeel van een bredere aanpak. Communicatie over het spreekuur met de wijk staat hierin centraal. Dit gebeurt middels een dubbele informatiepagina in het wijkblad Dreefnieuws, wekelijkse informatie in de wijkapps en facebook pagina’s, en informatieve items via wijktelevisie en lokale radio. Hiermee worden behalve de doelgroep zelf, vooral ook de intermediaire groepen bereikt. Daarnaast zijn er voorlichtingsbijeenkomsten over bankieren in groepen ouderen (Nederlands, Turks, Marokkaans, Surinaams). Deze bijeenkomsten worden gefaciliteerd door bankmedewerkers in samenwerking met een vertegenwoordiger van NOOM.

    De Nederlandse Bank (DNB) heeft, in aanvulling op de pilot, een verdiepend onderzoek laten uitvoeren onder de eerder genoemde aandachtsgroepen. Hierin is gevraagd naar de wijze waarop zij bankieren, gebruikmaken – en kennis hebben –  van bankinformatie en over hun wensen en aanbevelingen om communicatie-, informatie en betalingsverkeer te verbeteren. Het onderzoeksrapport wordt naar verwachting in november gepresenteerd.


  • Handreiking Toekomstbestendig Coronabeleid in dorps- en buurthuizen en sociale ontmoetingsplekken

    Foto LVKK

    Om dorps- en buurthuizen en andere ontmoetingsplekken goed en veilig open te houden bij opleving van het coronavirus, stelden Sociaal Werk Nederland, LSAbewoners, NOV en LVKK in gezamenlijk overleg met het ministerie van VWS een handreiking met vier opschalingsstappen op.
    De vier koepels adviseren in overleg en mede op basis van de adviezen van het RIVM welke fase wanneer van toepassing is. Hou deze website in de gaten! (Als je je registreert en de Nieuwspagina volgt, krijg je automatisch een update!) De complete handreiking kun je hier downloaden. Op dit moment is fase 1 van toepassing.

    Waarom open blijven belangrijk is
    Dorps- en buurthuizen en andere sociale ontmoetingsplekken vervullen een essentiële rol binnen de samenleving. Het zijn plaatsen waar (kwetsbare) mensen elkaar ontmoeten, zich kunnen ontplooien, elkaar steunen en steun kunnen ontvangen en hun hobby’s kunnen uitoefenen. Het zijn vaak ook locaties die essentieel zijn voor sociaalwerkorganisaties, zoals kinder- en jongerenwerkorganisaties, om hun activiteiten en ondersteuning te kunnen uitvoeren. Het zijn dus ook plekken waar verschillende soorten organisaties samenwerken voor inwoners. Voor het kabinet is het uitgangspunt de samenleving open te houden in geval van nieuwe oplevingen van het virus, vanwege sociaal-maatschappelijke en economische continuïteit/vitaliteit en toegankelijkheid van de gehele zorgketen voor iedereen.

    Goede voorbereiding noodzakelijk
    Het is van belang dat de sector goed voorbereid is op actuele ontwikkelingen. Dat betekent dat:

    • organisaties de besmettingskans op het werk voor vrijwilligers en professionals zoveel mogelijk beperken;
    • inwoners en bezoekers zo min mogelijk kans lopen bij en in voorzieningen besmet te raken;
    • organisaties in staat zijn methoden en werkwijzen af te stemmen op wisselende omstandigheden.

    De complete handreiking kun je hier downloaden.


  • Informatie van het webinar Taking care of caregivers

    Pharos, NOOM, Universiteit voor Humanistiek en MantelzorgNL organiseerden op 22 september het slotwebinar Taking Care of Caregivers. Een overzicht van de informatie met betrekking tot het doel van het project Taking care of caregivers vindt u hieronder.

    Doel: betere zorg voor mantelzorgers van mensen met dementie met een migratieachtergrond
    Mensen met dementie met een migrantenachtergrond en hun mantelzorgers bevinden zich momenteel in een overgangsfase van familiezorg naar gedeelde zorg. Zij maken doorgaans weinig gebruik van professionele zorg en ondersteuning. Onderzoek toont aan dat veel mantelzorgers overbelast zijn, mede omdat het delen van zorg vaak onbesproken blijft.
    Het doel van het project Taking Care of Caregivers is om de kwaliteit van zorg aan mensen met dementie met een migrantenachtergrond te verbeteren door het denken over, bespreken van en besluiten over het delen van zorg te ondersteunen en daarmee gedeelde zorg te stimuleren. Want een verbeterde samenwerking en taakverdeling tussen informele en
    formele zorgverleners steunt ook de mensen met dementie zelf.

    Informatie en producten
    Ga naar de webpagina Zorg jij voor iemand met dementie? Klik vervolgens door naar de pagina pagina informatie voor professionals. Op deze pagina vindt u (naar beneden scrollend):

    Proefschrift ‘Dementia care in families with a migration background: Dealing with gendered and cultural obstacles to shared care’ van Menal Ahmad. De promotie van Menal is op 9 november om 10 uur in Utrecht. Mocht u interesse hebben hierbij aanwezig te zijn, stuur ons even een bericht. U ontvangt van ons dan de uitnodiging.(Let op dat pas na 9 november haar proefschrift beschikbaar zal zijn op deze webpagina).

    Podcasts
    We hebben een serie van 3 podcasts gemaakt waarin een onderzoeker, een mantelzorger en een kenniswerker spreken over het delen van mantelzorg met familie en met formele hulpverleners. De podcasts zijn te beluisteren en door te sturen naar een collega of andere geïnteresseerden:

    Verhalen (Vignetten) uit de praktijk
    We hebben ter informatie voor professionals een aantal verhalen uit de praktijk beschreven op basis van gesprekken met mantelzorgers met een migratieachtergrond. Een van de casussen is in de vorm van een animatie met een voice-over, de andere zijn uitgewerkte verhalen. Eén van de casussen laat zien dat de zorg voor een patiënt verbetert door het versterken van de samenwerking van zorgverleners met mantelzorgers. En dat overbelasting en gezondheidsklachten van een mantelzorger met een migratieachtergrond kan worden voorkomen.

    Begrijp je Lichaam is praktisch voorlichtingsmateriaal over het menselijk lichaam en veelvoorkomende klachten waarin gebruik wordt gemaakt van eenvoudige anatomische afbeeldingen en teksten. Via deze link komt u op de informatie over dementie die u bijvoorbeeld kunt gebruiken in een consult met uw zorgvrager.

    Informatie en de link naar de online communicatietraining de Dialogue Trainer, link naar de korte promo en naar het Pharos leerplatform. (U gaat via een inlogscherm naar het online leerplatform).

    Fragmenten van het Slotwebinar Taking Care of Caregivers van 22 september 2022 waaronder het gesprek met Evelien Tonkens en Sawitri Saharso over morele emoties en intersectionaliteit en het belang hiervan bij het begrijpen van zorgervaringen.

    De Leidraad Cultuurspecifieke Zorg van het NOOM.


  • Nieuwe publiekscampagne: Frauderen. Zo werkt het!.

    Op 17 oktober start de nieuwe publiekscampagne Frauderen. Zo werkt het!. Met uitingen via radio, online en diverse sociale kanalen wordt getracht zoveel mogelijk mensen te bereiken.
    De Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) ziet in de eerste helft van 2022 dat fraudeurs hun methodes in een steeds sneller tempo afwisselen. Ze spelen daarbij onder andere in op de actualiteit om mensen geld afhandig te maken. Hoewel fraudeurs steeds wisselen van tactiek, zijn er terugkerende manipulatiepatronen te herkennen. De Nederlandse banken komen daarom met een training die mensen alert maakt op deze patronen, zoals de vriendelijke toon waarmee fraudeurs binnenkomen. Zo wordt het makkelijker om fraude te herkennen en te voorkomen, www.zowerktfraude.nl.

    Oplichters spelen in op de actualiteit, maken misbruik van opgebouwd vertrouwen en creëren urgentie met tijdsdruk, zo constateert de NVB. Dit zijn manipulatiepatronen die je kunt leren herkennen. Zo is de boodschap van een oplichter vaak dwingend van aard. Fraudeurs doen zich bijvoorbeeld voor als bankmedewerkers die bellen of aan de deur staan om te waarschuwen voor een verdachte activiteit op een bankrekening. De oplichters stellen vervolgens voor om geld tijdelijk over te maken naar een andere, zogenaamd veilige kluisrekening. Of ze vragen om een programma te installeren, waardoor ze op afstand mee kunnen kijken op de pc van het beoogde slachtoffer. Zo kunnen ze geld overmaken. Een andere veelgebruikte strategie verleidt mensen met persoonlijke berichten, bijvoorbeeld via WhatsApp, om geld over te maken naar het valse bankrekeningnummer van een vriend of familielid in nood. En dat blijkt effect te hebben.

    Training zo werkt fraude
    Omdat de fraudetactieken van oplichters steeds sneller van vorm veranderen, is het voor iedereen belangrijk om de werkwijze van fraudeurs en hun trucs te gaan herkennen. De NVB introduceert daarom een training: Frauderen, zo werkt het! Daarin leren mensen in verschillende lessen fraude herkennen en wat te doen om het te voorkomen. Meer informatie is te vinden op www.zowerktfraude.nl.

    Terminologie
    Helpdeskfraude
    : Bij deze vorm van criminaliteit doet iemand zich bijvoorbeeld voor als een medewerker van een bank, de Belastingdienst of het Centraal justitieel Incassobureau (CBIJ). Het slachtoffer wordt onder druk gezet om snel een bedrag over te maken, bijvoorbeeld om een boete of fraude te voorkomen. In werkelijkheid wordt het geld overgeboekt naar een rekening van de fraudeur.

    Vriend-in-nood-fraude: Oplichters doen zich via tekstberichten (vaak via WhatsApp) voor als een goede bekende die aan u vraagt om iets te betalen of geld aan hem of haar te lenen. Niet gesproken? Niet betalen! Vraagt een zoon, dochter of andere dierbare via een tekstbericht om iets te betalen of over te boeken, doe dat dan uitsluitend nadat je hem of haar persoonlijk mondeling hebt gesproken én herkend.


  • Pilot om mensen in kwetsbare posities wegwijs te maken in wereld van bankieren

    Voor ruim drie miljoen Nederlanders in kwetsbare posities – zoals senioren, laaggeletterden en mensen met een fysieke of verstandelijke beperking – is het niet altijd eenvoudig om hun bankzaken te regelen. Nu de samenleving steeds verder digitaliseert, proberen zij hun weg te vinden in de wereld van online bankieren. Om hen te ondersteunen, gaat vanaf volgende week in drie steden een pilot van start. Iedereen met vragen over bankieren kan dan wekelijks terecht bij een speciaal inloopspreekuur in de Centrale Bibliotheek van Rotterdam, Bibliotheek Overvecht in Utrecht en Bibliotheek Deventer. De pilot is een initiatief van het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer in samenwerking met de bibliotheken, ABN AMRO, ING en Rabobank. Een aantal gepensioneerde bankmedewerkers staat als vrijwilliger klaar om mensen in kwetsbare posities op weg te helpen.
    ‘Hoe kan ik een kopie van mijn rekeningoverzicht aanvragen?’ ‘Hoe kan ik een machtiging aanvragen en wat te doen als mijn partner overlijdt?’ Voor veel Nederlanders in kwetsbare posities is het lastig om hun bankzaken te regelen. De werkgroep Toegankelijkheid en Bereikbaarheid van het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (MOB) houdt zich met dit vraagstuk bezig. Uit de Bereikbaarheidsmonitor die de Nederlandsche Bank in opdracht van het MOB in 2021 liet uitvoeren, blijkt dat deze groep moeite heeft met de veranderende wereld van het betalingsverkeer. “Het ontbreekt deze mensen vaak aan digitale vaardigheden en ook beschikken zij niet altijd over een computer, tablet of smartphone. Ook zal er altijd een groep zijn die liever niet het internet opgaat en hun geldzaken het liefst op de traditionele manier regelt”, aldus Cees van Tiggelen, die namens de Koepel Gepensioneerden, KBO-PCOB, KBO-Brabant en het NOOM in het MOB zit.
    De pilot die in oktober in de bibliotheken van start gaat, is onderdeel van een groter programma om mensen weerbaar en zelfredzaam te maken. De vrijwilligers – gepensioneerde medewerkers van de grootbanken – fungeren als spin in het web. Zij verwijzen mensen naar het juiste kanaal en helpen de hulpvraag goed te formuleren. De vrijwilligers geven waar mogelijk zelf informatie, maar verwijzen bij complexe en inhoudelijke vragen altijd door naar financiële gecertificeerde deskundigen. Ze geven daarnaast neutrale informatie, onafhankelijk van de bank waarvan iemand klant is.

    Tijden en locaties inloopspreekuur:

    Rotterdam – Vanaf dinsdag 11 oktober 2022 vindt het inloopspreekuur iedere dinsdag plaats tussen 10:00 en 12:00 in de Centrale Bibliotheek Rotterdam, gelegen aan de Hoogstraat 110, 3011 PV te Rotterdam.

    Utrecht – Vanaf woensdag 12 oktober 2022 vindt het inloopspreekuur iedere woensdag plaats tussen 10:00 en 12:00 in de Bibliotheek Overvecht, gelegen aan de Gloriantdreef 1, 3562 KW te Utrecht.

    Deventer – Vanaf vrijdag 14 oktober 2022 vindt het inloopspreekuur iedere vrijdag plaats tussen 10:00 en 12:00 in de Bibliotheek Colmschate, gelegen aan de Flora 259, 7422 LP te Deventer.


  • Nieuw advies Raad van Ouderen over mantelzorg

    Op 29 september bood de Raad van Ouderen zijn nieuwste advies over mantelzorg aan. Staatssecretaris Maarten van Ooijen van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport nam deze in ontvangst. Zorgen bij mantelzorgers In dit advies benadrukt de Raad van Ouderen dat het toenemende beroep op mantelzorgers, naast werk en gezin, vraagt om een visie van de overheid om mantelzorgers beter te ondersteunen. Er zijn namelijk veel zorgen bij de huidige mantelzorgers over de toekomst. Alleen door de zorgvrager en mantelzorger méér centraal te stellen in de professionele zorg, de mantelzorg beter te verdelen, de administratieve lasten te verminderen en verlof en vergoedingen te verbeteren, worden de condities voor mantelzorgers verbeterd en zullen meer mensen hun taak als mantelzorger langer kunnen volhouden. Dit wordt in het advies geconcretiseerd in veertien aanbevelingen. Het NOOM heeft een bijdrage geleverd aan het tot stand komen van het advies door focusgroepen rondom dit thema te organiseren, waarvan de uitkomsten in het advies zijn meegenomen. Bekijk het advies