Steeds meer ouderen met een migratieachtergrond gebruiken thuiszorg. Voor hen is het prettig als de zorg goed aansluit bij hun behoeften en als de professionals cultuursensitief kunnen werken. KIS ontving de vraag hoe de samenwerking tussen cultuurspecifieke thuiszorgaanbieders, zorgverzekeraars en zorgkantoren versterkt kan worden om de thuiszorg als geheel cultuursensitiever te maken. In een kleinschalige verkenning werd duidelijk dat de kennis van specifieke aanbieders beter benut kan worden. Alle partijen hebben baat bij meer uitwisseling. Cultuursensitieve thuiszorg sluit niet alleen beter aan bij cliënten met een migratieachtergrond, het maakt de zorg ook effectiever en efficiënter. In deze publicatie vind je een toelichting en enkele aanbevelingen.
Categorie: Signaleringen
SIGNALERINGEN EN RECENSIES VAN PUBLICATIES EN ANDERE MEDIA OVER OF VOOR OUDERE MIGRANTEN
Cultuursensitief werken: handvatten voor professionals
Nederland wordt steeds diverser.
Voor professionals in de zorg en het sociaal domein wordt cultuursensitief werken daarom steeds belangrijker. Want niet enkel hoe we leven (leefstijl) maar ook wie we zijn (identiteit) doet er toe voor onze gezondheid. Sekse, gender, migratiestatus en culturele achtergrond kunnen ook van invloed zijn op het ontwikkelen van ziekte en op de toegang tot zorg. Maar hoe houd je rekening met culturele verschillen? En hoe zorg je dat je geen vooroordelen hebt? Dat lees je op de nieuwe webpagina van Pharos
Structurele aandacht voor cultuursensitief werken: hoe pak je dat aan?
Het aantal ouderen met een migratieachtergrond groeit. Steeds meer organisaties in Nederland krijgen met de noodzaak voor cultuursensitieve zorg te maken, want de regionale verspreiding van mensen met verschillende achtergronden neemt toe. En ook de diversiteit in verschillende achtergronden wordt alleen maar groter. Aandacht voor cultuursensitief werken is dus nodig. Maar waar begin je als organisatie? In ieder geval bij de erkenning dat dit zowel iets vraagt van de professional als de organisatie zelf.
Jeanny Vreeswijk-Manusiwa is onder andere programmaleider diversiteit en dementie bij het Ben Sajet Centrum Amsterdam en een van de auteurs van de Leidraad Cultuurspecifieke Zorg (pdf). Hiervoor was ze zeven jaar lang coördinator zorg en welzijn bij het Netwerk van Organisaties van Oudere Migranten (NOOM). In een interview op Waardigheidentrots.nl geeft zij een aantal tips voor professionals en organisaties over hoe cultuursensitief gewerkt kan worden. Lees het interview.
Indringende verhalen achter de COVID-19-cijfers
Toen de COVID-19-pandemie haar intrede deed in Nederland werd snel duidelijk dat deze een verregaande impact op de maatschappij zou hebben. De verwachting was dat de maatregelen van grote invloed zouden zijn op hoe mensen in deze periode afscheid konden nemen van naasten en op hoe zorgverleners hun werk konden doen. Daarom is in mei 2020 een
onderzoek gestart, onder zowel zorgverleners als nabestaanden van mensen die aan het begin van de pandemie zijn overleden. Aan dit landelijke onderzoek hebben ruim 700 zorgprofessionals meegewerkt en bijna 400 nabestaanden van mensen die tussen maart en juli 2020 zijn overleden, aan corona of door een andere oorzaak. Ook het NOOM heeft bijgedragen aan het onderzoek.
Uit het onderzoek blijkt dat de medische zorg door zowel de zorgverleners als nabestaanden overwegend als goed werd beoordeeld. Maar met name de emotionele impact en het gevoel van machteloosheid waren groot, door bijvoorbeeld angst voor besmetting of geldende maatregelen. Duidelijk is naar voren gekomen dat zorgverleners, patiënten en naasten met gemeenschappelijke onderwerpen, uitdagingen en gevoelens te maken kregen. Alle persoonlijke ervaringen zijn in de publicatie ‘Achter een masker van verdriet’ onderverdeeld in vijf thema’s: ‘verwarring bij wisselende maatregelen’, ‘ruis in wederzijdse communicatie’, ‘angst voor besmetting’, ‘afstandelijk afscheid nemen’ en ‘goed zorgen onder druk’.
Advies: Preventie, het nieuwe normaal in een ouder wordende samenleving
Op woensdag 15 februari 2023 is het advies ‘Preventie, het nieuwe normaal in een ouder wordende samenleving’ van de Raad van Ouderen aangeboden aan de minister voor Langdurige Zorg en Sport. In het advies gaat het over de persoonlijke aanpak van preventie. Denk aan bewegen, gezonde voeding, goede tandzorg en langer doorgaan met bevolkingsonderzoeken. Het advies gaat ook over goede voorzieningen in elke wijk en in elk dorp. Zoals een ontmoetingsplein met activiteiten op het gebied van welzijn, wonen en zorg. Ook komt een flexibel pensioen, toekomstgesprekken op het werk en de maatschappelijke bijdrage van ouderen aan bod. Bedrijven en organisaties hebben daar ook een rol in. Daarom staan er in het advies aanbevelingen over arbeid, basisstructuur en persoonlijke preventie.
Meer zelf doen, meer digitaal en langer thuis kan alleen bij brede preventieve aanpak
De Raad van Ouderen doet een oproep om een brede uitwerking te ontwikkelen voor preventie bij ouderen, over ministeries en overheden heen. Waarbij burgers een actieve, vitale rol hebben. Niet voor en over ouderen, maar samen mét ouderen.
Download het volledige advies
Noodfonds Energie zet niet-digitale oudere buitenspel
Mensen met een laag inkomen en een hoge energierekening kunnen vanaf 7 februari een beroep doen op het Noodfonds Energie. Maar de aanvraag kan alleen digitaal worden gedaan. Een grote misser, vindt ouderenbond ANBO. Een groep die de hulp het hardst nodig heeft, wordt buitenspel gezet. “Het laat weer eens zien dat het voor deze groep steeds moeilijker wordt om volop mee te doen in de samenleving”, zegt ANBO-directeur Anneke Sipkens. “Er wordt altijd maar vanuit gegaan dat iemand wel een computer of smartphone heeft.”
Zwaar overschat
Al jaren wordt de digitale vaardigheid van mensen zwaar overschat. Vorige week bleek uit onderzoek van De Nederlandsche Bank nog dat in Nederland 2,6 miljoen mensen niet digitaal vaardig genoeg zijn om zelfstandig al hun bankzaken te regelen. Die digitale vaardigheid zal op andere terreinen niet beter zijn. ANBO vraagt al jaren aandacht voor dit thema. Het blijkt telkens enorm moeilijk om zonder digitale middelen aanvragen te doen voor toeslagen of andere regelingen. Denk bijvoorbeeld aan de QR-code voor corona of de aanvraag van de energietoeslag.
Bij het Noodfonds Energie moet iemand eerst online een check doen, daarna kan de aanvraag digitaal worden ingevuld. Het Noodfonds roept mensen die dit lastig vinden op om de hulp in te roepen van naasten of bij de bibliotheek. ANBO vindt dat ook niet-digitaal vaardige senioren in staat moeten worden gesteld hun zaken zelfstandig te regelen. Dat is bij deze regeling onmogelijk.
Extra drempels
Zelfs voor ouderen die wél hulp willen inroepen, zijn er extra drempels. De aanvrager moet als eerste verplicht een e-mailadres invullen, terwijl lang niet alle ouderen een e-mailadres hebben. Zij moeten dus gebruikmaken van een e-mailadres van een ander, wat onveilig is en privacygevoelig. Het aanmaken van een e-mailadres is ook geen optie, omdat de oudere geen apparaat heeft waarop hij of zij de mails kan lezen. Deze extra barrières zullen ertoe leiden dat mensen die het hard nodig hebben afzien van de aanvraag.
Winter
Het tijdelijke Noodfonds Energie is bedoeld als tegemoetkoming voor de energiekosten van deze winter: de regeling geldt voor de periode van oktober 2022 tot eind maart 2023. De steun kan vanaf nu worden aangevraagd. De hulp is bedoeld voor alleenstaanden die per maand een bruto-inkomen hebben van maximaal € 2980. Voor samenwonenden geldt een maximum van € 3794 bruto. Daarnaast moet de energierekening hoger zijn dan 10 tot 13% van het bruto-inkomen. Het Noodfonds Energie is een initiatief van een aantal energiemaatschappijen. Ook de rijksoverheid heeft geld in de pot gedaan. In totaal zit er 49 miljoen in het fonds. Het is de vraag of dat bedrag voldoende is.
Dit bericht is afkomstig van de website van ANBO
Ouderen met migratieachtergrond: zie de hele mens
In een artikel op NieuwWij wijst onderzoeker Soukaina El Jaouhari op een valkuil bij het hanteren van een cultuursensitieve benadering. Cultuursensitiviteit houdt in dat zorgprofessionals zich bewust zijn van hun eigen normatieve kaders waarbinnen ze waarnemen en handelen, en tegelijkertijd open en objectief staan ten opzichte van cultuurverschillen. De praktijk blijkt echter weerbarstig. We zien in de zorgpraktijk dat aannames over etnische groepen soms het uitgangspunt vormen in de cultuursensitieve benadering. Onbewust wordt hierbij – onterecht – uitgegaan van homogeniteit bij etnische groepen. Dingen als taal, het kennen van de cultuur en de daarbij behorende sociale regels, gewoonten en gebruiken van migrantgroepen lijken leidend te zijn. Hoewel dit zonder twijfel stuk voor stuk aspecten zijn die een substantiële rol spelen in de leefwereld van mensen met een migratieachtergrond, schuilt het gevaar in het toeschrijven van gedrag, hulpvragen en signalen aan de culturele achtergrond van mensen met een migratieachtergrond. Een voorbeeld is een zorgprofessional die vertelt over een van haar cliënten: “Ik sprak met een mantelzorger, en dochter, van een oudere Marokkaanse dame, en zij gaat altijd met haar moeder mee naar de huisarts. Dat doet ze vast zo omdat dat normaal is in Marokko.” Door de culturaliserende bril waarmee deze zorgprofessional naar haar cliënte en diens zorgvragen kijkt, gaat zij voorbij aan wat er mogelijk of zelfs waarschijnlijk nog meer speelt in de leefwereld van haar cliënte. De tendens om cultuur als verklarende factor te nemen bij zorgvragen is beperkend en kan zelfs schadelijk zijn. Door te denken in hokjes wordt immers onvoldoende recht gedaan aan de specifieke leefwereld en ervaring van deze mensen en aan de individualiteit van hun zorgvragen.
Lees het volledige artikel op NieuwWij
Helft ouderen die recht heeft op aanvulling AOW vraagt dat niet aan: “Aanvraag moet makkelijker”
Tienduizenden ouderen leven onder het bestaansminimum. Vaak komt het omdat mensen in het buitenland hebben gewoond en daardoor geen volledige AOW-uitkering opgebouwd. Vooral ouderen met een migratie-achtergrond zijn hier de dupe van. Er is wel een extra uitkering voor deze mensen, maar de voorwaarden daarvoor zijn heel streng. Dat moet anders, vinden de partijen DENK en de ChristenUnie. Daarom pleiten ze vandaag in de Tweede Kamer voor meer maatwerk om armoede onder ouderen tegen te gaan.
Natasja Gibbs praat in De Nieuws BV met Tweede Kamerlid Don Ceder (ChristenUnie) over dit plan.
Beluister het interview
Netwerkversterker Kwok Hung Lau over voorlichting voor Chinezen
In een nieuwe serie artikelen vertellen netwerkversterkers van het NOOM over hoe zij te werk gaan en welke ervaringen zij hebben opgedaan tijdens de uitvoering van hun werk. In dit artikel vertelt netwerkversterker Kwok Hung Lau waarom gezondheidsvoorlichting zo belangrijk is en wat de randvoorwaarden zijn voor effectieve voorlichting. “Belangrijk bij het organiseren van een voorlichtingsbijeenkomst is dat je het thema goed kiest: het moet aansluiten op wat er leeft in een groep: welke vragen hebben ze? wat weten ze al over het thema? Welke gevoeligheden zijn er ten aanzien van het thema? Hét thema de afgelopen periode was natuurlijk Corona. Veel Chinezen hebben informatie gekregen via Whatsapp, de telefoon of van vrienden. Maar lang niet alle informatie is correct, en nogal wat mensen zijn door die informatie op het verkeerde been gezet, wat bijvoorbeeld hun beslissing om zich wel of juist niet te laten vaccineren heeft beïnvloed. Een andere belangrijke voorwaarde voor een succesvolle bijeenkomst is dat de voorlichting wordt gegeven door iemand met gezag of autoriteit. Bij gezondheidsvoorlichting dus een -al dan niet gepensioneerde- arts. Mensen accepteren de informatie dan veel makkelijker en eerder dan van een medisch ongekwalificeerde vrijwilliger. Ik fungeer tijdens de bijeenkomsten als tolk, omdat de voorlichter vrijwel nooit Chinees spreekt. De voorlichting wordt in het Kantonees gegeven. Mocht iemand die taal niet beheersen dan vragen we iemand anders die de taal wel verstaat, naast hem of haar te gaan zitten en waar nodig zachtjes te vertalen”. Lees het volledige verhaal van Kwok.
Geen reparatie AOW-gat Surinaamse Nederlanders, misschien wel eenmalige tegemoetkoming
Nederlanders van Surinaamse afkomst met lage AOW-opbouw krijgen misschien een eenmalig ‘onverplicht’ geldbedrag om het tekort aan te vullen. Het kabinet laat hier onderzoek naar doen. Dit heeft de ministerraad op 11 november besloten op voorstel van minister Schouten van Sociale Zaken. Om precedentwerking te voorkomen mag deze compensatie officieel geen relatie hebben met het AOW-tekort. Het kabinet acht een reparatie van de onvolledige AOW-opbouw niet mogelijk, omdat dat precedentwerking zou hebben voor andere groepen. Wel wil het kabinet onderzoeken of een gebaar van erkenning mogelijk is. Dat is een koerswijziging. Verantwoordelijk minister Carola Schouten (CU) voor Pensioenen: ‘De gesprekken met ouderen uit de Surinaamse gemeenschap hebben een diepe indruk op mij gemaakt. In het vraagstuk rondom de onvolledige AOW ervaren zij groot onrecht. Ik begrijp die gevoelens. Daarom start het kabinet een onderzoek naar een eenmalige onverplichte tegemoetkoming, als gebaar van erkenning richting deze ouderen.’ Het begrip ‘onverplicht’ moet precedentwerking voorkomen.
Lees het volledige artikel op de site van de Volkskrant
Bekijk het bericht van de Rijksoverheid